CD Recensies

GLASS: FALL OF THE HOUSE OF USHER

Glass: Fall of the house of Usher. Jonas Hacker (t., Roderick Usher), Ben Edquist (b., William), Matthew Adam Fleisher (bediende), Nicholas Nestoral (dokter) en Madison Leonard (s., Madeline Usher) met het ensemble van de Wolf Trap opera en het Inscape kamerorkest o.l.v. Joseph Li. Orange Mountain Music 138 (82’52”). 2019

Philip Glass schreef de korte Opera Fall of the house of Usher uit 1987 op libretto van Arthur Yorink naar het fascinerende, duistere verhaal van Edgar Allan Poe dat veel aan de fantasie overlaat. Gaat het om een werkelijk verhaal of is het slechts een hallucinatie? Wat is de relatie tussen de verteller William, zijn vriend Roderick Usher en Rodericks stervende zuster Madeline? Is ze werkelijk levend begraven of is het een demon uit de hel die tot slot wraak neemt? Spookt het in het grote huis waar zij wonen?

Inteelt, homoseksualiteit, moord en het bovennatuurlijke zijn de ingrediënten van deze compositie die een zwaar beroep doet op het acceptatievermogen van de luisteraar.

Glass schildert het in typisch bedrukte, omineuze en repetitieve mineur patronen voor strijkkwartet, drie houtblazers, hoorn, elektrische gitaar en slagwerk. Het stuk bereikt een hoogtepunt wanneer Roderick en William elkaar voor het eerst in de ogen kijken. Dat Madeline alleen maar vocaliseert en niet duidelijk zingt, draagt bij aan de griezelige sfeer. Knap wordt naar het eind toe de spanning opgevoerd.

De uitvoering maakt een goede indruk.