Jamina Gerl: Bach, J.S.: Preludium en fuga in a BWV. 543 (bew. Liszt); Liszt: ‘Sonetti 47, 104, 123 del Petrarca’; ‘Après une lecture de Dante’ uit Années de pèlerinage, deuxième année, Italie S. 161; Schumann: Pianosonate nr. 1 in fis op. 11. TYXArt TXA 18135 (80’52”). 2018
Een proeve van bekwaamheid had de jonge Duitse pianiste Jamina Gerk al afgelegd in naar opnamen van pianowerken van Pohl (Grand Piano GP 784) en het programma Wanderer (TYXArt TYX 16082). Hier toont ze opnieuw aan dat ze voor geen moeilijkheid hoeft terug te deinzen.
Daarbij denk ik vooral aan de drie Petrarca sonetten van Liszt. In nr. 47 laat ze horen hoe heel verschillende stemmingen onder één noemer kunnen worden gebracht, waarbij Corintische zuilen aan de baskant de passie en het drama bekrachtigen, in de beide andere wordt deze in een meer horizontaal lineaire manier verwezenlijkt, maar de passie blijft en de stukken krijgen een rijk innerlijk leven.
In de Pianosonate nr. 1 van Schumann komt het vooral op heel andere dingen aan, met name op het zoeken naar schoonheid. Dat lukt vanaf de eerste maten heel goed, maar het gaat natuurljk om meer, zoals om de verdere ontwikkeling van het thema en wat daarna verder volgt. Ook dat lukt voortreffelijk met Gerl op de toppen van haar kunnen. Ze dient de muziek uitstekend.
Immers: in pianistische termen is Schumanns Pianosonate nr. 1 uitdagender dan de meeste latere pianocomposities van hem. Het werk maakt het noch de vertolker, noch de luisteraar makkelijk. Het feit dat deze eindigt met een prestissimo possibile zegt genoeg.