Grieg: Vioolsonates nr. 1 in F op. 8, 2 in G op. 13 en 3 in c op. 45; Hemsing: Thuiskomst. Eldbjørg Hemsing en Simon Trpčevsky. BIS SACD 2456 (72’30”). 2019
De gevoelens en passies van Grieg schuilen soms wat onder het oppervlak in de drie Vioolsonates uit 1865, 1867 en 1887, maar Eldbjørg Hemsing en Simon Trpčevsky weten ze goed gedoseerd tot naar voren te halen en tot uiting te brengen. Zo plaatsen ze de sonates een beetje in de buurt van het Strijkkwartet. Er wordt steeds met vaart en veel gusto gespeeld.
Van de Vioolsonate nr. 1 wordt gelukkig geen dramatischer en heroïscher werk gemaakt dan het is. De hier gegeven lichtere, glinsterende interpretatie voldoet daarom zo goed. In de lyrische aspecten van Vioolsonate nr. 2 is op gevoelige wijze alle aandacht geschonken zonder dat het werk onder te veel emotionaliteit bezwijkt.
De Vioolsonate nr. 3 is het bekendst en populairst, waarschijnlijk ook de beste van de drie. Het is een enigszins ouderwets, maar effectief werk, vooral in de Romanza. In de finale lijken wat trollen te worden losgelaten.
Ter afsluiting speelt Eldbjørg Hemsing een eigen compositie die bestaat uit een stel variaties over een volksmelodie die ze als kind hoorde in de vallei waar ze opgroeide en die Grieg eerder gebruikte in zijn Ballade op. 24.
De uitkomst bevalt minstens zo goed als bij Hagai Shaham en Arnon Erez (Hyperion CDA 67504) en Augustin Dumay en Maria João Pires (DG 437.525-2), maar heeft misschien als pre een net iets eigen Noorser karakter.