CD Recensies

GRÉTRY: RICHARD COEUR DE LION

Grétry: Richard coeur de lion. Reinoud van Mechelen (t., Richard), Rémy Mathieu (t., Blondel), Melody Louledjian (s, Laurette), Marie Perbost (s., Antonio, La comtesse), Geoffroy Buffière (bs. Sir Williams), Jean-Gabriel Saint-Martin (b., Mathurin), François Pardailhé Guillot, (t., Charles), Cécile Achille (s., mad. Mathurin), Charles Barbier (spr, le sénéchal), Agathe Boudet (s., Colette) en Virginie Lefèvre (s., Béatrix) met Le concert spirituel o.l.v. Hervé Niquet. Versailles CVS 028 (86’ 43”). 2019
 
André Grétry (1741 - 1813) schreef aan de hand van een libretto van Michel-Jean Sedaine in 1784 zijn komische opera Richard coeur de lion over de gevangenname van de Engelse koning Richard Leeuwenhart door Leopold V van Oostenrijk toen Richard op de terugweg was van de derde kruistocht en werd opgesloten in een kasteel in Linz. Daar treft hij zijn landgenoten Williams en diens dochter Laurette die de geliefde is van de gouverneur Florestan. Gravin Marguérite d’Artois, op haar beurt de beminde van Richard steunt de als troubadour vermomde Blondel om te proberen Richard te laten ontsnappen. In de tweede akte herinnert Richard zich Marguérite in de aria ’Si l’univers entier m’oublie’ en Blondel, die ervan is overtuigd dat de gevangene zijn koning is, zingt aan de voet van het kasteel ‘Une fièvre brûlante’. Richard herkent de melodie en probeert contact te maken met Blondel. Tijdens een feest verklaart Florestan zijn liefde aan Laurette, maar wordt daarop gearresteerd door Sir Williams die  daarna (zoals verwacht) Richard bevrijdt.
Het werk heeft gevolgen: de aria van Blondel ‘Ô Richard, Ô mon roi!’ wordt tijdens de Franse revolutie een hit van de royalisten, de aria van Laurette ‘Je crains de lui parler la nuit’ keert terug in Tchaikovsky’s Pique dame en het duo van Blondel en Richard ‘Une fièvre brûlante’ uit de tweede akte is door Offenbach gebruikt in Le financier et le savetier.
Van deze opera bestaat een oude opname van Edgard Doneux (EMI 575.266-2) uit 1977 met Mady Mesplé, Charles Burles, Danielè Perriers en Michel Trempont, maar het zal nauwelijks nader betoog hoeven die die in vrijwel alle opzichten achterhaald is.