Galuppi: Jahel. Dina König (a., Sisara), Julia Kirchner (s., Nabal), Christina Metz (a., Barak), Gunhild Alsvik (s., Debbora), Jenny Högström (s., Jahel), Kristine Jaunalksne (s., Haber) met de Meisjeskantorei Bazel en Musica Fiorita o.l.v. Daniela Dolci. Pan Classics PC 19420 (2 cd’s, 2u., 91’52”). 2020

 

Jael, Yael of Jahel was in het Bijbelboek ‘Richteren 5.24-26’ de vrouw van de Keniet Heber die legeraanvoerder Sisara van de vijandelijke heerser Barak (bliksem) op advies van de profetes Deborah doodde door een tentharing in zijn voorhoofd te slaan om Israël te bevrijden van de troepen van koning Jabin. Die scène is fraai afgebeeld op een schilderij van Jacopo Amigoni.

Baldassare Galuppi (1706 -1785) koos haar als leidende figuur in zijn oratorium uit 1747. Daar hij twaalf jaar als maestro di coro werkzaam was aan het Ospedale di San Lazzaro dei Mendicanti in Venetië kon hij beschikken over voldoende mooie meisjesstemmen voor dit werk. Tegenwoordig wordt het natuurlijk door volwassen beroepssolisten gezongen. Galuppi was de pionier van het ‘finalé’ waarin hij delen tot een geheel smeedde om de dramatische handeling meer kracht te geven. Dat gold voor zijn opera’s, maar ook voor zijn oratoria.

Daniele Dolci beschikt voor een heel goede realisatie daarvan over een puik stel jonge vertolkers met nog heel frisse stemmen dat zich terdege bewust is van de te zingen stijl, die reeds vooruit blijkt te lopen op de Weens klassieke. Dat voor de koorbijdragen een beroep is gedaan op de Meisjeskantorei uit Bazel is muziekhistorisch verantwoord en het oude muziek ensemble Musica Fiorita van klaveciniste Daniela Dolci zorgt voor een vitale begeleiding.