CD Recensies

GILSE, VAN: SYMFONIEËN NR. 3 EN 4; TREURMUZIEK; CONCERTOUVERTURE

Gilse, Van: Symfonie nr. 3 voor sopraan en orkest ‘Erhebung’. Aile Asszonyi (s) met het Nederlands Symfonie orkest (Orkest van het Oosten) o.l.v. David Porcelijn. CPO CPO 777.518-2 (62’59”). 2009
 
Gilse, Van: Symfonie nr. 4 in A; Treurmuziek bij den dood van Uilenspiegel; Concertouverture in c. Nederlands Symfonie orkest (Orkest van het Oosten) o.l.v. David Porcelijn. CPO CPO 777.689-2 (62’33”). 2010
 
Welbeschouwd had het leven van componist en dirigent Jan van Gilse (1881 - 1944) een nogal tragisch verloop. Het begon allemaal goed. Hij ging in Keulen en Berlijn studederen bij Felix Wörner en Engelbrecht Humperdinck, kreeg een Beethoven Preis voor zijn Symfonie nr. 1 in 1902 en een Michael-Beer prijs voor zijn Symfonie nr. 3. Het zo verworven geld kon hij een jaar in Rome studeren.
In 1911 behoorde hij tot de oprichters van het Genootschap van Nederlandse componisten om hun rechten en vergoedingen te regelen en in 1913 behoorde hij tot de initiatiefnemers van de oprichting van het Bureau voor Muziek Auteursrechten (BUMA).
Als dirigent begon hij zijn loopbaan in 1905 in Bremen, daarna trad hij van 1917 tot 1922 aan bij het Utrechts Stedelijk Orkest, maar daar kreeg hij conflict met het bestuur omdat hij de inspanningen van Willem Pijper niet als componist, maar als criticus ‘fnuikend voor het Nederlandse muziekleven’ vond. Dat leidde tot zijn ontslag. Na zijn dood werd hij helaas snel vergeten.
Van Gilse keerde daarna terug naar Duitsland, maar toen in 1933 de Nazi’s aan de macht kwamen, kwam hij weer naar Nederland. Tijdens W.O. II zat hij in het verzet, maar kon niet voorkomen dat zijn beide kinderen werden geëxecuteerd. Op zijn laatste onderduikadres, bij collega Rudolf Escher in Oegstgeest, werd hij ernstig ziek en overleed hij in september 1944.
Het oeuvre dat hij naliet, bestaat o.m. uit vier Symfonieën, twee operas (Thijl en Frau Helga von Stavern), enige kamermuziek zoals een Nonet en een onvoltooid Strijkkwartet en als koorwerk Eine Lebensmesse (Stenz, CPO 777.924-2).
Uit die opnamen blijkt hoezeer de Nederlandse muziekindustrie goede, serieuze vaderlandse muziek verwaarloost en aan niet zo voor de hand liggende buitenlandse label overlaat. Laten we  daar vooral dankbaar voor zijn. Ook voor het initiatief van David Porcelijn.
Eerder zijn de Symfonieën nr. 1 en 2 (CPO  777.349-2) en het Pianoconcert plus de Variaties over een St. Nikolaasliedje (CPO 777.934-2) besproken. Symfonie nr. 3 is een uitgebreid, heel episch werk in vijf delen en aan beetje ambigu met deels elegische, gedesillusioneerde momenten en anderzijds gepassioneerde. In de mooie bijdragen van Aile Asszonyi aan de delen nummer drie en vijf wordt weinig gedaan om de muziek wat op te vrolijken. in deel vier klinkt iets door van Strauss’ Don Juan. In hoeverre de titel Erhebung (verheffing) wordt waargemaakt?
De Symfonie nr. 4 telt vier delen en heeft door de inbreng van een zangers al gauw iets van Mahler, terwijl van Gilde verder onbewust liever bij Brahms aansloot. Het is een over het geheel charmant werk met verborgen, krachtige dieptes. Vooral de veelkleurigheid valt op. Het vierde deel begint uitgelaten in het koper, maar is met dertien minuten haast te lang uitgevallen.
De tragische Treurmuziek bij den dood van Uilenspiegel is ontleend aan de opera Thijl en werd tijdens een herdenkingsconcert nog ooit door het Concertgebouworkest gespeeld onder Haitink (Sound BSO 417).
De Concertouverture die eigenlijk aan het begin had moeten komen, is een goede aanvulling.