Giordano: Fedora. Angela Gheorghiu (s., Fedora Romazov), Plácido Domingo (t., Loris Ipanov), Nino Machaidze (ms., Olga Sukarev), Fabio Maria Capitanucci (b., De Siriex), Marina Comparato (ms., Dimitri) e.a. met het het Ensemble van de Muntopera Brussel o.l.v. Alberto Veronesi. DG 477.8367 (2 cd’s, 1u. 36’10”). 2008
Terwijl de opera Andrea Chenier van Umberto Giordano (1867 - 1948) redelijk repertoire is gebleven, raakte zijn Fedora wat in vergetelheid. Dus was het goed dat de Nationale Opera dit werk najaar 2021 op het programma nam.
Dat het werk geen standhield is wel te begrijpen, want het libretto van Arturo Colautti is heel ongelukkig. Het is gebaseerd op een drama van Victorien Sardou maar er werd metal zijn wendingen niet veel goeds van gemaakt. De handeling spruit voort uit de moord van Fedora’s geliefde en verloofde graaf Vladimir, maar die ontmoeten we pas als hij fataal gewond is en sterft zonder een woord te zeggen. Daarna zwicht Fedora wat al te vlot voor de avances van de andere graaf Loris. Achteraf blijkt ze dat te doen om voor de moord aan de kaak te stellen. Dan blijkt ook nog dat Loris niet wist dat Fedora met Vladimir verloofd was en dat de dood van zijn broer en zijn moeder het indirecte gevolg zijn van Fedora’s intriges bij de Tsaristische politie.
Feitelijk moet de opera het hebben van de muziek en niet van het drama. Dat neemt niet weg dat er met volle inzet wordt gezongen. Angela Gheorghiu toont haar gebruikelijke engagement in de titelrol en geeft Fedora karakter. Luister maar eens naar haar ‘Son gente risoluta’. Plácido Domingo is een stoere en oprechte Loris die heel wat emoties toont. Gelukkig blijft ook verder de standaard van de zang hoog tot en met de comprimariorollen.
Het koor heeft niet zoveel te doen, maar gedraagt zich keurig en Alberto Veronesi leidt het Brusselse ensemble inspirerend en met vaste hand. Het tussenspel van de tweede akte is daar een goede illustratie van.