Goebaidoelina: Meditatie over Bachs koraal ‘Vor deinem Thron tret ich hiermit’; ‘Silenzio’ 1-5. ‘Een engel’, ‘De koorddanser’; Suslin: ‘Capriccio über die Abreise’, ‘Koren naar gedichten van Daniil Kharms nr. 1-3. Resp. Gidon Kremer (v), Vadim Sakharov (piano), Elisabeth Chojnacka (klav), Hanna Weinmeister (v), Elvira Bekova (v), Marius Stravinsky (va), Alfia Bekova (va), Alois Posch (vc), Friedrich Lips (bayan), Vladimir Tonkha (vc), Maria Kowollik (a), Alexander Suslin (cb), Kamerorkest van het Moskou’s Conservatorium o.l.v. Boris Tevlin. BIS CD 810 (78’24”). 1995
Een vrouw onder de mannen, een vrijdenkster onder de Sovjet apparatchiks, een Christen temidden van atheïsten, half Oosters, half Tartaars onder de Europeanen, een moderniste onder de reactionairen en een reactionair onder de modernisten. Sofia Goebaildoelina (1931) heeft moeten leven met veel conflicten en tegenstrijdigheden van buiten en in zichzelf.
Sinds de jaren ‘vijftig trok ze de aandacht met haar werken en had daar soms succes mee. Een kwestie van zelfonderzoek en doorzettingsvermogen. Zo ontstond een langzaam maar gestaag groeiende waardering bij een beperkte groep luisteraars.
Gidon Kremer haalde haar een paar keer als ‘componiste in residence’ naar zijn Lockenhaus kamermuziek festival aan de Oostenrijks-Hongaarse grens. Daar ontmoette ik haar en hoorde ik voor het eerst iets van haar muziek tweede helft jaren tachtig. Philips maakte daar destijds zaalopnamen.
In 1995 was ze daar ook en was het ditmaal het Zweedse BIS dat deze opname maakte. Naast werken van Goebaidoelina horen we iets van Viktor Suslin (1942) en een improvisatie van de groep Astrea (bestaande uit Sofia Goebaildoelina, Viktor Suslin piano en Alexander Suslin op contrabas). Een kwestie van spontaan musiceren met een gelukkig interessante uitkomst. Tot de interessantste stukken behoort Goebaidoelina’s ’Silenzio’ voor bayan, viool en cello.