Glazoenov: Strijkkwartetten nr. 1 in D op. 1 en 7 in C op. 107. Utrechts Strijkkwartet. MDG 603.1736-2 (52’11”). 2011
Glazoenov: Strijkkwartetten nr. 2 in F op. 10 en 4 in a op. 64; Elegie op. 105. Utrechts Strijkkwartet. MDG 603.1237-2 (68’38”). 2004
Glazoenov: Strijkkwartetten nr. 3 in G op. 26 en 5 in d op. 70. Utrechts Strijkkwartet. MDG 603.1238-2 (56’27”). 2003
Glazoenov: Strijkkwartet nr. 6 in Bes op. 106; Novelettes op. 15 nr. 1-5. Utrechts Strijkkwartet. MDG 603.1239-2 (69’53”). 2009
Alexander Glazoenov (1865 - 1936) schreef in totaal zeven Strijkkwartetten en voegde daar een Elegie en een stel Novelettes voor dezelfde bezetting aan toe. Het eerste vijftal kwartetten ontstond voordat hij 35 jaar was. In het Westen krijgen we ze haast nooit te horen en daarom is het haast een heldendaad van violistes Eeva Koskinen en Katherine Routley, altviolist Mikhail Zemtsov en cellist Sebastian Koloski om daar een volledige opname van te maken.
De jonge Prokofiev en Shostakovitch vonden het hopeloos ouderwetse werken, maar deze puike uitvoeringen tonen aan dat het om echt substantiële bijdragen aan het strijkkwartetrepertoire gaat. De kwartetten klinken heel plezierig en hoorbaar is de Russische traditie van Glinka en Moesorgsky er knap in gefuseerd met de Duitse romantiek van Schumann en Mendelssohn.
Strijkkwartet nr. 3 uit 1888 heeft met zijn opeenvolging van dansen meer weg van een suite dan van een op de sonatevorm gebaseerd concept. Nummer vijf vertoont een grote thematische samenhang tussen de delen en heeft een heel treffend langzaam deel.
De leden van het Utrecht String Quartet ontwikkelen in hun uitvoeringen een goed passende warme toon en zijn vrij genereus met hun rubato. Veel concurrentie van het Zemlinsky kwartet (Praga) en het Shostakovitch kwartet (Olympia) is niet te duchten.