Grieg: 25 Liederen. Anne Sofie von Otter en Bengt Forsberg. DG 437.521-2 (67’30”). 1992
Met vertolkingen als deze klimt Grieg ineens een heel stuk op de ranglijst met liedcomponisten. Von Otter is hier op de toppen van haar kunnen en haalt alles uit dit repertoire wat eruit te halen valt. Neem de 8 liederen uit de cyclus Haugtussa. Hier komt de verbeeldingswereld van een visionair herderinnetje volledig tot uiting.. Ze is niet minder succesvol in de daarop volgende Duitstalige liederen. De droeve diepten uit ‘Dereinst, Gedanke mein’ op tekst van Geibel uit de 6 liederen op. 48 (hetzelfde materiaal vinden we terug in Wolfs Spanisches Liederbuch) of de hopeloze sfeer uit Goethe’s ‘Zur Rosenzeit’ op. 48/5 dat hier van een enorme schoonheid getuigt. Maar ook met een lichtere toets overtuigt de zangeres, heel fraai bijvoorbeeld in het luchtige ‘Lauf der Welt’. Zelfs het overbekende ‘Ein Traum’ (op. 48/6) klinkt als nieuw in een vrij stoere interpretatie.
Veel is steeds te danken aan de verbeeldingsvolle begeleidingen van Forsberg. Die brengen bijvoorbeeld nieuw leven in ‘En svane’ en in het bekendere ‘Med en vandlilje’, beide op tekst van Ibsen. Het vragende karakter daarvan wordt volmaakt tot uiting gebracht door beide vertolkers. Maar er volgt meer moois. Zoals een ideale voordracht van ‘Et Háb’, een overpeinzend voorgedragen ‘Varen’ , een charmant plagend ‘Mens jeg venter’ en een heel dichterlijk ‘Fra Monte Pincio’.
De liederen van Grieg is hiermee een grote dienst verleend. Beluister hiernaast nog meer liederen, bijvoorbeeld door Bodil Arnesen (Naxos 8.553781) en orkestliederen door Bonney (DG 469.026-2)