Glinka: Ruslan en Ljudmilla. Mikhail Kit (bs), Anna Netrebko (s), Vladimir Ognovienko (bs), Larissa Diadkova (a) e.a. met het Ensemble van het Kirov theater St. Petersburg o.l.v. Valery Gergiev. Philips 446.746-2 (3 cd’s, 3u 22’48”). 1995

Van de beroemde razendsnelle ouverture tot de melodieuze, onstuimige finale is Glinka’s tweede opera een heel onderhoudend werk. Het is gebaseerd op Poesjkins gelijknamige gedicht en kan met zijn magische kanten worden beschouwd als voorloper van de groteske en fantastische opera’s van Rimsky-Korsakov en Stravinsky.

Het komt erop neer dat Ljudmilla verdwijnt van een feest voor haar drie aanbidders. Haar vader belooft haar hand aan de eerste die haar terugvindt. Ruslan, de heldhaftige ridder, komt erachter dat ze is gestolen door een boosaardige dwerg en moet vervolgens strijd leveren met een reus die moet worden gedood om aan het magische zwaard te komen waarmee hij de dwerg kan verslaan om Ljudmilla te bevrijden.  

Het verhaal mag dan in dramatisch opzicht aan de zwakke kant zijn, de muziek vertoont zo’n grote stilistische eenheid, de melodieuze inventiviteit en de idiomatische Russische harmonieën zijn van dien aard, dat ze dergelijke zwakke punten ruimschoots compenseren.

De zaalopname uit het Kirov theater in 1996 biedt ook meteen een van de weinige opnamen van het werk. Pentatone heeft op PTC 5186.034 een nieuwere uit het Moskouse Bolshoi theater o.l.v. Vedernikov en er zijn oudere van Simonov (Chant du Monde 2781030/1, Melodiya MEL 10.01346) en Kondrashin (Della Voce Luna VL 2006-3), maar deze heeft nog steeds duidelijk de voorkeur met Vedernikov op de tweede plaats.

De bezetting is als team zo homogeen en de individuele zangers zijn zo goed op elkaar ingespeeld, de intensiteit van het orkestspel is zo witheet, dat het moeilijk beter kan. Daarbij vergeleken vallen wat storende geluiden vanuit het publiek weg.

Overigens: van die andere opera, Een leven voor de tsaar, bestaat een mooie historische opname van Melik-Paheyev op Naxos 8.111078/80.