Gabrieli, A.: Dei gran tuonante la sorella e moglie; Sassi, palae, sabbio, del Adrian lio; Felice d’Adria e dilettose rive; I’vo piangendo i miei passati tempi; Asia felice hor ben posso chiamarmi; O beltà rara, o santi modi adorni; Laura soave, vita di mia vita; O passi sparsi; Amami, vita mia, ch’io t’amo anchora; Lasso, amor mi trasporta ov’io non voglio; Caro dolce ben mio, perchè fuggire; Hor ch’a noi torna la stagion novella; Sento, sent’un rumor ch’ai ciel si estolle; Voi non volete, donna; Io mi sento morire; Mirami, vita mia, miram’un poco; Mentr’io vi miro, vorrei pur sapere; Ch’inde darà la bosse al solfizar; Anchor che col partire; Fuor fuori a si bel canto; Sacri di Giove augei sacre Fenici; Dunque il commun poter. I Fagiolini, English corenett and sackbutt ensemble o.l.v. Robert Hollingworth. Chandos CHAN 067 (77’13”). 2002
Andrea Gabrieli is helaas altijd overschaduwd door zijn neef Giovanni, maar zijn muziek is zeker niet van geringere kwaliteit en bezit een expressie en een kleur die heel persoonlijk is. De hier bijeengebrachte 22 madrigalen zijn nog goeddeels vervuld van de dichterlijke liefdesgevoelens uit de Renaissance, opgetuigd in elegante bewoordingen, maar overduidelijk wat de aardse verlangens aangaat.
O beltà rara en Laura soave betonen op gepassioneerde wijze aan de schoonheid van een geliefde, die daarop hopelijk even amoureus reageert. Amama, vita mia, Caro dolce ben mio en Voi non volete, donna zijn in tegenstelling hiermee treffend klagende reacties op onbeantwoorde liefde. De prachtige toonzetting van Petrarca’s Lasso, Amor mi transporta maakt duidelijk dat de liefde de minnaar brengt ‘waar hij niet wenst te komen’ en de felle dialoog tussen Cloris en Adonis in Io mi sento morire betekent de extatische dood zeker niet wat deze zegt.
Andrea Gabrieli was ook best veelzijdig en zijn treffende eerbetoon aan de overleden Willaert staat in sterk contrast met het madrigaal Asia felice waarin de Turkse nederlaag in de slag om Lepanto wordt beschreven (met cornet, 3 trombones, orgel en slagwerk). Er zijn ook madrigalen in dialect.
Dit alles komt in de levendige, enthousiaste vertolkingen van I Fagiolini prachtig naar voren. Zeker de aardse kleuren die de sackbutts (Renaissance trombones) bijdragen. De liefdesliederen zijn hier van verlangen doordrongen.
De bijgevoegde teksten met vertaling en de bijzonder goede opnamekwaliteit maken het succes compleet.