Gibbons: Royal fantasies. Concordia o.l.v. Mark Levy. Metronome MET 1033 (65’11”). 1998
Gibbons was een veelzijdige componist. Samen met Byrd en Bull droeg hij in 1613 bij aan Parthenia: de eerste verzameling in Engeland gepubliceerde muziek voor toetsinstrumenten
Hij schreef ook rond de dertig stukken voor strijkers, dat wil zeggen met gebruik van drie, vier of vijf instrumenten, gesteund door een klein orgel, of vaker nog een klavecimbel.
Daartoe behoorde een handvol In nomines die als beginpunt een melodisch fragment uit een Mis van John Taverner hadden.
Zowel in de solo- als in de ensemblemuziek was Gibbons’ geliefdste vorm de Fantasie, een vrij gecomponeerd stuk in diverse deeltjes en door Thomas Moreley in 1597 omschreven als “… when a musician taketh a point at his pleasure and wresteth and turneth it as his list…”
Fantasieën waren de meest gangbare vorm van instrumentale muziek in de zeventiende eeuwse instrumentale muziek in Engeland en in de handen van een meester als Gibbons werd deze contrapuntisch tot verbeeldingsvolle hoogten gebracht.
Het gaat om minder melancholieke muziek dan bij Dowland; ook zijn de stukken niet zo cerebraal as bij Byrd; eerder denk je reeds aan Bach door de manier waarop avontuurlijke vormen worden gevuld met diepe gevoelens.
Ensemble Concordia begaf zich op weg om alle consort muziek van Gibbons op te nemen. Deze cd is een mooi uitgangspunt omdat de afwisseling van de muziek zo mooi naar voren wordt gebracht. De aanpak is vol expressie, vrij licht en gespierd met discrete inbreng van het klavecimbel.