CD Recensies

GLASS: MUSIC IN TWELVE PARTS

Glass: Music in twelve parts. Philip Glass ensemble o.l.v.   Michael Riesman. Orange Mountain OMM 0049 (4 cd’s, 3u. 24’25”). 2006

 

Music in twelve parts ontstond in de periode tussen 1971 en 1974 en vertegenwoordigd wat cryptisch gezegd een begin en een eind. Dat heeft vrijwel alle muziek, maar hier kunnen we spreken van Glass’ equivalent van Bachs Kunst der Fuge omdat het zijn werk in 12 delen opsomt en samenvat en als encyclopedie van zijn theoretische basis is.

In zoverre als Glass ooit een etiket accepteerde, beschouwde hij Music in twelve parts als het einde van zijn minimalistische periode: ”Hoewel Music in twelve parts kan worden geclassificeerd als een minimalistisch werk, was het een doorbraak voor me en bevat het veel van de structurele en harmonische ideeën die in latere werken zouden worden uitgewerkt.”

Hoewel de gebruikte processen een wisselend karakter hebben, kent de muziek nog steeds alle kenmerken en karaktertrekken van het stereotiepe minimalisme: korte, steeds herhaalde motieven in plaats van legato melodieën, weinig harmonische variatie, rusteloze ritmen en een hard, bijna als ijs glinsterend klankweefsel.

Deel I uit 1971 zou aanvankelijk op zichzelf staan. In de meest meditatieve van de twaalf delen creëren de draden van een twaalfstemmig contrapunt een akoestisch fenomeen dat Glass erg fascineerde. Overlappende figuurtjes zorgden voor een soort gegons van een kwint dat niet in de muziek is vermeld.

Glass zette de reeks voort en tegen de tijd dat hij deel 8 had bereikt, had hij voltooid wat hij wenste te bereiken. In de vier laatste delen volgde hij een wat andere richting.

De Music in twelve parts is modulair gedacht: de afzonderlijke delen kunnen in willekeurige volgorde of combinaties worden uitgevoerd. In zijn totaliteit duurt het werk bijna 3,5 uur maar het werk is zo cruciaal in Glass’ oeuvre dat men dit ervoor over moet hebben. 

Een eerste opname verscheen op Virgin, een tweede, betere op Nonesuch, maar deze derde is het beste met grotere precisie, meer rust en zonder de machinale kilte van voorheen. Dat maakt de muziek ook toegankelijker.