Górecki: Stukken voor strijkorkest nr. 1-3 ‘In oude stijl’; Klein requiem voor een zekere polka op. 66; Goede nacht op. 63. Elzbieta Szmytka (s), Paul Edmund Davies (fl), Huub Righarts (perc. En Mireille Gleizes (p) met I Fiamminghi o.l.v. Rudolf Werthen. Telarc CD 80417 (57’10”). 1995
Nadat hij de Poolse machthebbers in de vroege jaren zestig vorige eeuw genoeg had geïrriteerd, bracht Górecki enige jaren in Parijs door voordat hij naar Katowicze om eerst zijn Drie stukken in oude stijl te schrijven in 1963. Deze miniaturen voor strijkorkest (de langste duurt drie en een halve minuut) zijn duidelijke voorbeelden van de veranderende stijl van de componist die steeds meer een eigen geluid laat horen.
In het eerste stukje wordt een melancholieke melodie tegen een diatonische achtergrond geplaatst, nr. 2 suggereert een volksdans en de laatste rangeert een ernstige koraalmelodie van serene harmonieën via dissonanten naar een uiteindelijke worsteling waarin tot besluit triomfantelijk een consonante klank (als een ‘amen’) voortkomt.
De smaak van Górecki’s kamermuziek wordt typerend bepaald in het Kleine requiem voor een zekere polka voor piano en 13 instrumenten uit 1993. Gedurende vier delen wedijveren langzame en snelle episoden met elkaar. Er zijn onstuimige contrasten met begrafenisklokken en een hoornsolo. Hoewel het Tranquillo waarmee het werk begint inderdaad rustig is, herinnert het daarop volgende allegro eraan dat Górecki’s muziek vaak echo’s bevat van Bartóks dansen, Stravinsky’s fanfares en onverbiddelijke Messiaenachtige akkoorden. De betekenis van dit werk zou even goed Requiem voor een Poolse vrouw kunnen zijn….
I Fiamminghi geeft prachtige verklankingen van deze soms ontroerende, vaak intense en heel persoonlijke stukken.