Gazzaniga: Don Giovanni. John Aler, Eva Steinsky, Pamela Coburn, Margit Kinzel, Günther von Kannen, Robert Swensen met het koor en orkest van de Beierse omroep o.l.v. Stefan Soltesz. Orfeo C 214902 H (2 cd’s, 1u. 41’40”). 1990
Het is niet eerlijk om de eenakter van Giuseppe Gazzanga (1743-1818) te vergelijken met Mozarts meesterwerk dat in hetzelfde jaar 1787 verscheen. Maar in Praag golden ook heel andere tragikomische premissen dan voor het spel-binnen-een-spel als muzikale stoeipartij geschreven stuk voor het beroemde carnaval van Venetië van Gazzaniga, die ook geen Da Ponte als librettist ter beschikking had, maar ‘slechts’ Giovanni Bertati.
Neem het hatelijke duet van Donna Elvira en het boerenmeisje Maturina (Mozarts Zerlina) en de dansante vrolijkheid die ontstaat nadat Don Giovanni vrolijk naar de hel is afgedaald als kenmerkende verschillen. Aan vlotte, geestige buffo nummers geen gebrek. Bijvoorbeeld het duet van Pasquariello (een soort Leporello) en Elvira op het punt waarop bij Mozart Leporello zijn beroemde catalogusaria zingt. Heel treffend is verder Elvira’s tweede, vrij waardige aria met cello obbligato.
De karaktertekening is oppervlakkig en stereotiep, de orkestratie luchtig. Maar toch: het werk is voor een keer best aantrekkelijk en ter vergelijking heel instructief. Er wordt over de hele linie behoorlijk gezongen en op de orkestinbreng is weinig aan te merken.
Er zijn onbekende alternatieve uitgaven: een oude uit 1956 met Rosanna Carteri als Donna Elvira en Nino Sanzogno als dirigent (Andromeda ANDRCD 5077), eentje uit 1963 van Handt (Nuova Era 1222) en een dvd versie: Pelucchi (Bongiovanni AB 20002) die best aardig moet zijn.