Gilles: Messe des morts in Bes; Beatus quem elegisti. Véronique Gens (s), Jean-Paul Fouchécourt (t), Hervé Lamy (t), Peter Harvey (bs) met Le concert spirituel o.l.v. Hervé Niquet. Accord 465.924-2 (64’29”). 1989
Corette: Carillon des morts; Gilles: Messe des morts. Anne-Marie Rodde (s), Jean Nirouët (ct), Martyn Hill (t), Ulrich Studer (bs), Peter Kooy (bs), Collegium vocale Gent, Musica antiqua Keulen o.l.v. Philippe Herreweghe. Archiv 437.087-2, 471.722-2 (48’50”). 1981
Het is goed om dit Requiem van Jean Gilles (1668-1705) eens onder de aandacht te brengen want dit werk uit 1705 was lange tijd heel populair in Frankrijk en werd onder andere gebruikt bij de begrafenissen van Rameau en Lodewijk XIV.
Op het eerste gehoor mag dat wat vreemd lijken want voor een dodenmis gaat het hier wel om bij vlagen nogal vrolijke, vlotte muziek zonder de sfeer van vrees en onheil die latere requiems verspreiden. Pathos is er daarentegen genoeg en oppervlakkig klinkt het werk geenszins, getuige het offertorium en de communie. Maar de lange Introitis heeft een dansant karakter en het Sanctus bezit een veerkrachtig ritme.
Daarom moet het werk ideaal geschikt zijn geweest voor de begrafenis van Lodewijk XIV omdat het vooruitloopt op de rococo wereld van zijn opvolger waarin demonen ver te zoeken waren. Precies zo klinkt de vertolking van Niquet die niet al te fijnzinnig te werk gaat en waar ook best elementaire kritiek op te uiten valt (stemming, precisie, wollig klinkende bassen).
Herreweghe toont een steviger greep op het werk, dat hij terecht laat voorafgaan door het hiervoor bedoelde korte instrumentale Carillon van Corette dat zestig jaar later werd toegevoegd. Hij heeft zijn gedisciplineerdere ensemble beter in de hand en laat de muziek gevoeliger en plechtiger, in grotere schoonheid klinken.
Ook is er nog onbekende latere uitgave van Herreweghe (Harmonia Mundi HMC 90.1341).