CD Recensies

HOWELLS: HYMNUS PARADISI; KENT YEOMAN'S WOOING SONG. A

Howells: Hymnus paradisi; A Kent yeoman’s wooing song. Joan Rodgers (s), Anthony Rolfe-Johnson (t) en Alan Opie (b) met het BBC Symfonie orkest en –koor o.l.v. Richard Hockox. Chandos CHAN 10727 (65’12”). 1998

 

De muziek van de Engelse componist, organist en docent Herbert Howells (1892-1983) getuigt van een markante en bijzondere harmonische oorspronkelijkheid, hoewel de klankwereld diep is geworteld in de muziek van Elgar en Vaughan Williams. Tijdens zijn leven werd Howells vooral geassocieerd met koraalmuziek; hij liet ook een schat aan orgelstukken en rijke chromatische toonzettingen van kerkelijke lofliederen na. In de Engelstalige wereld zijn deze als vaste bestanddelen opgenomen in het bestand van katholieke kerkkoren.

De dood van zijn negenjarige zoon Michael had een verwoestende invloed op het leven van Howells, maar hij wist zijn rouw om te zetten in muzikale inspiratie. Hymnus paradisi is daarvan het mooiste voorbeeld. Andrew Green sprak in dit verband van een ‘medisch document dat hem door de rouw heen hielp…. Een hevig persoonlijk meesterwerk dat rouw transformeerde in een reeks van emoties: hoop, rebellie, troost en zelfs extase’.

Hoewel in 1938 grotendeels voltooid, hield Howells zijn werk tot 1950 achter. Hij gebruikt tekst uit de requiem mis en de psalmen 121 en 23 (en verdere Bijbelse teksten) en – als om te bewijzen dat het niet om kerkelijke muziek gaat -  geeft de universele symboliek van ‘licht’ veel betekenis. Hymnus paradisi vertoont veel kenmerken van Delius en is uiterst rapsodisch en transfigurerend.

In deze heel geslaagde, weelderige opname van Hickox onderscheiden vooral de solisten Rodgers en Rolfe-Johnson zich positief, terwijl het koor het koraal mooi scherp in beeld brengt.

Zeldzaam, dus zeer welkom, is het onbekendere A Kent yeoman’s wooing song (1933) waarin Alan Opie’s innemende, wat galmende bariton de muziek extra karakter verleent.