Henze: Vioolconcerten nr. 1, 2 en 3 Doktor Faustus. Torsten Janicke (v), Ulf Dirk Mädler (b) met het Maagdenburgs filharmonisch orkest o.l.v. Christian Ehwald. MDG MDG 601-1232-2 (2 cd’s, 1u.25’10”). 2005
Henze: Vioolconcerten nr. 1 en 3 Doktor Faustus; Nachtstücke nr. 1-5. Peter Sheppard-Skaerved met het SWF omroeporkest Saarbrücken o.l.v. Christopher Lyndon-Gee. Naxos 8.55738 (69’30”). 2004
Henze: Il vitalino raddoppiato; Concert voor viool, zangstem, orkest en tape nr. 2. Peter Sheppard-Skaerved (v), Omar Ebrahim (spr), Longbow c.q. Parnassus ensemble Londen o.l.v. Hans Werner Henze. Naxos 8.573289 (68’15”). 2013/1991
Wanneer we even de concertvorm of daarvan afgeleide of gefuseerde vormen in het oeuvre van Henze overzien, blijkt dat het door de hele loopbaan van de componist een belangrijke rol heeft gespeeld. Het gaat namelijk over:
Concertino voor piano, blazers en slagwerk (1947)
Vioolconcert nr.1 (1947)
Pianoconcert nr. 1 (1950)
Concerto per Il Marigny voor piano en orkest (1956)
Doppio concerto voor hobo, harp en strijkers (1966)
Requiem, 9 Geistliche Konzerte voor piano, trompet en kamerorkest (1990)
Concert voor viool, bas-bariton, 33 instrumenten en tape (1971/1991)
Vioolconcert nr. 3 Doktor Faustus (1996)
Deze formele vrijheid is goed te onderkennen in de drie vioolconcerten. Het levendige eerste dateert uit de tijd dat Henze nog bij Wolfgang Fortner studeerde en verraadt aarzelende pogingen op twaalftoons gebied zowel als aanknopingspunten met het neoclassicisme van Hindemith. Dat leidde tot best magische klanken die wegwijzend waren voor wat later zou volgen.
Zo’n fusiewerk is het gelaagde expressionistische tweede concert waarin de grenzen van concert en theater en hun bindende mogelijkheden werden onderzocht en elektronische middelen zijn toegevoegd. Een verteller zorgt voor brokken van het verhaal van baron von Münchhausen die zichzelf aan zijn haren uit het moeras trekt, maar de kern van het werk is een eerbetoon aan Hans Magnus Enzensberger en diens door een bariton gezongen gedicht Hommage an Gödel waarbij een tevoren gemaakte bandopname het werk versterkt. Een ideale samenhang wordt niet bereikt, maar fascinerend is het wel, dit heel originele klankweefsel over de rol van het individu.
Ook het derde concert heeft een literaire band, in dit geval met Esmeralda, het kind ‘Echo’ en Rudi Schwertfeger uit Doktor Faustus van Thoman Mann. Een verband met de aan Shakespeare gelieerde symfonie nr. 8 is evident.
Het vierde werk, Il vitaliano raddoppiato (1977) is tweedelig – een soort chaconne over een chaconne en heeft als uitgangspunt de bekende Ciacona in g voor viool en coninuo op. 7/3 uit 1682 van Vitali waarin de barokwereld en de late twintigste muziekwereld proberen een half uurtje trachten te coëxisteren. Ze botsen eerst wat om tot slot harmonieus samen te gaan als heel kenmerkend voor Henze’s werk. Een van de betere opnamen van dat origineel is van de Red Priest leden Julia Bishop en Howard Beach (Red Priest RP 004).
Twee volledige opnamen van deze werken bestaan, beide met onbekende, lokale solisten bij eigenlijk opvallend goede Duitse ‘provincie orkesten’.
In de oudste zorgt Torsten Janicke voor uitgesproken karaktervolle vertolkingen die heel gedegen worden begeleid door Ehwald en zijn orkest in een wat afstandelijk, maar helder klinkende opname.
Luisterend naar de goedkopere nieuwe opnamen op Naxos horen we vrijwel gelijkwaardig goede prestaties van solist Peter Sheppard-Skaerved die op de tweede schijf door het Parnassus ensemble onder Henze zelf wordt begeleid wat natuurlijk zorgt voor een extra authentieke dimensie. Maar los daarvan is met moeilijk om een uitgesproken voorkeur te bepalen.