CD Recensies

HUBAY: VIOOLCONCERTEN NR. 1-4; SCÈNES DE LA CSÁRDA NR. 1-14 E.A.

Hubay: Scènes de la csárda nr. 1-14; Poèmes hongrois op. 27 nr.1-6; Nouveaux poèmes hongrois nr. 1-6. Hagai Shaham en Arnon Erez. Hyperion CDA 67441/2 (2 cd’s, 2u. 15’40”). 1998

 

Hubay: Vioolconcerten nr. 3 in g op. 99 en 4 in a op/ 101 Concerto all’antica; Variations sur un thème hongrois op. 72. Hagai Shaham met het BBC Schots symfonie orkest o.l.v. Martyn Brabbins. Hyperion CDA 67367 (68’28”). 2002

 

Hubay: Vioolconcerten nr. 1 in a op. 21 Concerto dramatique en 2 in E op. 90; Suite voor viool en orkest op. 5. Hagai Shaham met het BBC Schots symfonie orkest o.l.v. Martyn Brabbins. Hyperion CDA 67498 (73’23”). 2004

 

Tijdenlang was ‘Hejre Tati’, de vierde uit de Scènes de czárda van Jenö Hubay (1858-1937) een populaire melodie van de Hongaarse componist/violist , studiegenoot van Joachim, later samen met Liszt concerterend en goed bevriend met Vieuxtemps. In totaal schreef hij meer dan tweehonderd werken, de meeste voor viool, die nu nog voortleven in het repertoire van menig vioolstudent, maar nauwelijks meer te horen zijn in recital of op het concertpodium. Maar daartoe behoort ook de opera De vioolbouwer uit Cremona waaruit een melodie apart voortleeft. Op zijn beurt had Hubay menig vioolstudent, waaronder Eugene Ormandy, Tibor Serly, Steffi Geyer en Jelly d’Aranyi.

Het viertal cd’s van Hagai (zus van Gil) Shaham, leerlinge van Ilona Fehér die op haar beurt bij Hubay studeerde, geeft een goed, omvattend beeld van Hubay’s composities. Bij de Poèmes hongrois komen we dicht in de buurt van salonmuziek, maar het gaat om in wezen aardige schetsen met uitgesproken rijk volksliedkarakter dat in de uitgebreide Scènes de la czárda verder wordt toegespitst op de czardas met zijn langzame ‘lassu’ inleiding en zijn snelle ‘friss’ vervolg.

Hagai Shaham en de even geweldige pianist Arnon Erez geven er optimale interpretaties van. Beluister op proef maar een paar hoogtepunten als ‘Mijn kleine fluit’ op. 13, de pakkende ‘Kossuths melodie op. 41 en het uitvoerig ‘Over thema’s van Lavotta’ op.117. Maar ook de bondiger Poèmes hongrois bevatten mooie melodieën.

Substantiëler zijn de vier vioolconcerten en de suite. We horen aantrekkelijke, goed uitgewerkte thema’s, virtuoze figuraties die een violist alle gelegenheid bieden om zijn of haar briljante kunnen te bewijzen. Maar Hagai Shaham doet meer met deze muziek omdat ze over veel verbeelding beschikt en maakt dat de stukken een goede dieptewerking krijgen. De begeleidingen van Brabbins klinken verzorgd en sympathiek en de opname voldoet aan alle te stellen eisen. Het geheel doet verlangen naar een mogelijkheid om eens een of meer van die concerten gewoon in de zaal te horen. Dat geldt zeker voor vioolconcert nr. 3.