CD Recensies

HAHN: BAL DE BÉATRICE D'ESTE; DIVERTISSEMENT E.A.

Hahn: Balletsuite Le bal de Béatrice d’Este; Concerto provençal; Sérénade; Divertissement pour une fête de nuit. Julien Vern (fl), François Lemoine (kl), Frank Sibold (fag), Julien Desplanque (hrn) met het Orchestra des Pays de Savoie o.l.v. Nicolas Chalvin. Timpani 1C 1231 (70’29”). 2014

 

Uit 1905 dateert het ballet Le bal de Béatrice d’Este, een bekoorlijke pastiche en georkestreerd voor de merkwaardige combinatie van twee fluiten, hobo, 2 klarinetten, 2 fagotten, 2 hoorns, trompet, pauken, bekkens, triangel, pauken, twee harpen en piano. Het werk verplaatst ons naar de Italiaanse Renaissancewereld aan het Milanese hof van prinses Béatrice d’Este. Het begint meteen stijlvol me de ‘Entrée pour Ludovic le More’ Voor een vollediger vorm van 16 delen moeten we naar Roland Corp (Hyperion CDA 66347), maar de suitevorm is gangbaarder en geeft een voldoende goede indruk van het werk waarin muzikaal wordt teruggeblikt op de Italiaanse Renaissance.

Ook het Divertissement pour une fête de nuit uit 1931 is qua instrumentatie niet zo gangbaar want het gaat oorspronkelijk om een werk voor saxofoon, pianokwintet en orkest in Weense salonsfeer. In het Concerto provençal (1945) herkennen we het Concerto grosso. Het bevat een erg mooi, melodieus middendeel en een felle farandole tot slot.

We kennen Hahn natuurlijk vooral door zijn Mélodies en zijn operettes, maar het is nuttig ook meer te ervaren over zijn niet geringe allround kwaliteiten. Onwillekeurig denkt men bij deze componist aan zijn innige relatie met Marcel Proust van 1894 tot 1896 die daarna geen moment tot vervreemding leidde. Beiden leken wel op zoek naar ‘verloren tijd’. Bij alle charme is Hahns muziek namelijk ‘ouderwets’ in vergelijking met tijdgenoten zoals opnieuw blijkt uit de werken op deze cd die uit de periode 1904-1944 dateren. Maar die kwaliteit is gelukkig ook tijdeloos en doet geen moment gedateerd aan. Invloeden van zijn leraar Massenet en Duparc zijn vaag hoorbaar en in de pas in 1944 tijdens zijn gedwongen verblijf in Monaco geschreven, ongepubliceerde Sérénade voor fluit, hobo, klarinet en fagot uit 1942  is een zweem neoclassicisme te horen. 

De vertolkingen zijn mooi consistent met veel zorg voor detail in mooie tempi (hooguit had de ‘farandole’ wat meer pep mogen hebben). De opnamebalans is niet steeds optimaal met instrumentgroepen die hetzij wat te prominent, hetzij juist wat te zwak doorkomen. Maar dat doet in wezen niet zoveel afbreuk aan een geslaagd geheel met twee werken (Sérénade en Divertissement) als fijne cd première.

Er bestaat nog een opname van Hahn die zelf in 1935 Le bal de Béatrice d’Este dirigeert (Dutton CDBP 9747).