Haydn: Schöpfung, Die H. XXI/2. Christina Landshamer (s), Maximilian Schmitt (t), Rudolf Rosen (bs) met Collegium vocale Gent en het Orchestre du Champs Elysées o.l.v. Philippe Herreweghe. Phi LPHO 018 (2 cd’s, 1u. 36’58”). 2014
Bij het schrijven van zijn grootste oratorium was Haydn geïnspireerd door de grootschalige uitvoeringen van de oratoria van Händel die hij in Londen hoorde. Zelf maakte hij van Die Schöpfung een uniek werk. De verhaallijn van de zeven dagen der schepping uit het Bijbelboek Genesis werd meester behandeld door de componist die, halverwege de zestig, op de top van zijn kunnen was.
De oorspronkelijke Engelse tekst was gebaseerd op drie bronnen: de eerste hoofdstukken uit Genesis, de psalmen en het epische gedicht Paradise lost van Milton. Na zijn terugkeer naar Wenen vertrouwde Haydn de Duitse vertaling toe aan baron Gottfried van Swieten; het werk werd daarna zowel in het Duits als het Engels gepubliceerd.
De structuur bestaat uit drie delen; in het eerste en tweede komen de eerste tot en met de zesde dag van de schepping aan bod, het derde deel vindt plaats op de rustdag in de Hof van Eden (hier zijn de hoofdpersonen niet de drie aartsengelen, maar Adam en Eva). Het koor ondersteunt met uitingen van eerbied en verwondering.
Net als de oratoria van Händel zit Die Schöpfung vol levendige beelden waarin de glorie van de schepping heel beeldend wordt beschreven. Men kan de wormen horen kruipen, de leeuw aanvallen, de wind blazen en – in het voorspel dat tot de zonsopgang leidt – komt zelfs warmte uit de muziek.
In de ouverture wordt de chaos van vóór de eerste dag op een kille, vormeloze, dissonante manier uitgebeeld en de komst van aartsengel Raphael aangekondigd. Met de twee andere aartsengelen verhaalt hij wat vervolgens gebeurde: allereerst de schepping van het licht. Met een zekere lapidaire eenvoud die kenmerkend is voor Haydn, wordt het licht aangekondigd door vanuit de duisternis van c-klein te moduleren naar een groots C-groot fortissimo akkoord (zoals we dat veel later tegenkomen in Bartóks Blauwbaards burcht).
De daarop volgende aria’s bezitten een transcendentale eenvoud die waarschijnlijk alleen Haydn kon bewerkstelligen in een dergelijk groots project. De koren klinken op eenzelfde manier helder qua expressie en met name in het koor (nr.13) ‘Die Himmel erzählen‘ toont Haydn zijn geniale vermogen om meerstemmig te componeren.
De situatie in de rijk bedeelde wereld der cd opnamen van het oratorium is zodanig, dat traditiegetrouwen veel plezier blijven beleven aan Karajan (DG 449.761-2) en luisteraars met een oor voor grotere authenticiteit aan Gardiner (Archiv 449.217-2), Harnoncourt (Duitse Harmonia Mundi DHM 82876-58340-2), Hengelbrock (Duitse Harmonia Mundi DHM 05472-77537-2), Spering (Naxos 8.557380/1) en wie de Engelse versie wenste voor de afwisseling aan McCreesh (Archiv 477.7361). De keuze wordt gecompliceerder met deze opname van Herreweghe, die ook aanspraak maakt op een hoge klassering, maar niet onmiddellijk tot voorlopig ‘winnaar’ kan worden want daarvoor is de concurrentiedruk te groot.
Herreweghe houdt mooi de vertelling strak in de hand, zorgt voor levendige tempi en laat vaardig gepunteerde recitatieven horen. Zijn alerte, lenige koor levert een fraai bezield aandeel, maar klinkt wat te subtiel in de dramatische momenten. Vanaf het voortkruipende ‘Weergave van de chaos’ aan het begin van de allereerste zonsopgang tot de idyllische weiden van Eden wordt Haydns fraaie kleuring briljant door het orkest uitgebeeld. Ook de drie jonge solisten dragen het nodige bij aan het optimisme en de jeugdigheid van dit eerbewijs. Uitblinkster is Christina Landshamer. Ook de luchthartige gratie van Maximilian Schmitt bekoort, maar bas Rudolf Rosen doet Fischer-Dieskau (Karajan), Finley (Gardiner), Mannov (Hengelbrock) en Gerhaher (Harnoncourt) te weinig vergeten. Vergelijk en oordeel uiteindelijk liefst zelf wie uw voorkeur geniet.