Haydn: Pianosonates nr. 1-62 H. XVI/1-52, L.1-62. Ekaterina Derzhadova. Profil Medien PH 12037 (9 cd’s, 10u. 50’57”). 1993/2008
Haydns werken voor pianosolo, vooral zijn vele sonates, zijn vooral nog gebaseerd op de Noord Duitse traditie, in casu op C.P.E. Bach. Dat houdt in dat deze werken heel expressief zijn met soms een vleugje humor. Dit als contrast met de meer lyrische geest van Mozarts pianowerken.
Maar zelfs de concertpianisten die zich hebben gespecialiseerd in de kern van het klassieke repertoire (Mozart, Beethoven en Schubert) waren het lang niet eens over de verdiensten van Haydns pianosonates. Glenn Gould speelde een stel late exemplaren en scheen plannen te hebben om ze alle te registreren. Sviatoslav Richter koor een beperkte reeks, Stephen Kovacevich liep er met een boog omheen, András Schiff (Warner 2564-60677-2 en 2564-60807-2), Marc-André Hamelin (Hyperion CDA 67554), Emanuel Ax (Sony MK 44918,SK 89363), Leif-Ove Andsnes (EMI 556.756-2) en Mikhail Pletnev (Virgin 561.881-2) waren williger, net als Alfred Brendel op een viertal cd’s (Philips 416.643-2). Zij allen zijn zeer aan te bevelen voor beperkte selecties.
Wat niet wegneemt dat er al een behoorlijk aantal volledige opnamen bestaat, enkele inclusief de variatiewerken, de Sieben letzte Worte am Kreuze, Fantasie, Adagio in in F, het Capriccio in G over het lied ‘Acht Sauschneider müssen en de 7 menuetten uit ‘Kleine Tänz für die Jugend’.
Dan duiken de namen op van John McCabe (Decca 443.785-2), Walter Olbertz (Berlin Classics BC 03000038), Carmen Piazzini (Oehms OC 245), Jenö Jandó (Naxos 8.501042), Rudolf Buchbinder (Warner 2564-63782-2) en meer authentiek, te beginnen bij klavecimbel en eindigend bij fortepiano Bart van Oort, Ursula Durlacher, Stanley Hoogland, Yoshiko Kojima en Riko Fukluda (Brilliant Classics 94090), Ronald Brautigam (BIS CD 1731/5) en Christine Schornsheim (Capriccio C 49404). Jenö Jandó ging met Zsuzsa Kollár zelfs zover dat ze de vierhandige pianowerken opnamen (Naxos 8.553972).
Nog even terug naar de kern van Haydns pianowerken. De vindingrijkheid en de vernieuwing lieten hem ook hier niet in de steek. We moeten bedenken dat hij schreef voor de fortepiano en de eerste exemplaren van de pianoforte, maar dat stoorde zijn fantasie niet en de muziek reageert ook goed op de kleur en reikwijdte van een concertvleugel.
Haydns sonates zijn grilliger dan die van Mozart en bezitten een gevatheid die Beethoven aansprak. Net als in zijn andere werken neemt Haydn zijn ideeën mee op een avontuurlijke reis die soms haast adembenemend en ook breed van karakter en emoties is.
Hoboken noemt in zijn catalogus van Haydns oeuvre 52 pianosonates, de lijst van Christa Landon komt tot 62, al heeft ze daarin een paar opgenomen waarvan alleen fragmenten bestaan. Het laatste viertal H. 49-52, Landon 59-62 zijn weergaloze voorbeelden van Haydns genialiteit. Maar sommige eerdere sonates zijn even schitterend: die in c H. 20, Landon 33, bevat een subliem langzaam deel en de finale van de sonate in e, H. 34, Landon 53, is een gevat, eigenzinnig juweeltje.
Al deze gedachten wellen op bij het beluisteren van de Haydnvertolkingen door Ekaterina Derzhavina die ook alles in huis heeft om Haydn tot zijn recht te laten komen. Met vooraf een analyse die raakvlakken en verwijzingen onthult hoe deze stukken moeten worden geïnterpreteerd. Ze haalt Haydns vermogen tot diepgang naar boven en ze laat zijn gevoel voor humor op speelse wijze spreken. Naar deze pianiste te luisteren is een consistent aangenaam genoegen door de heldere melodielijnen die ze met een verfijnd toucher trekt en het vermijden van veelvuldig pedaalgebruik. Ze nam royaal de tijd van 1993 tot 2008 om deze taak te voltooien en de microfoons vingen haar spel in een akoestisch passende ambiance keurig op.
Zo zorgde ze voor een der mooiste uitgaven van deze werken.