CD Recensies

HAYDN: SYMFONIEËN NR. 4, 42, 64; CANTATES E.A.

Haydn: Symfonieën nr. 4 in D, H.I/4, 42 in D H. I/42, 64 in A ‘Tempora mutantur’ H. I/64; Aria ‘Solo e pensoso’ H. XXIVb/20; Ouverture L’Isola disabilitata H. XXVIII/9. Francesca Aspromonte (s) met Il giardino armonico o.l.v. Giovanni Antonini. Alpha AJ 0672 (68’57”). 2015

 

Haydn: Cantates Berenice, che fai H. XXIVa/19, ‘Son pietosa, son bonina H. XXXII/1b; Arianna a Naxos H. XXVI/2 en Miseri noi, misera patria….. funesto orror H. XXIVa/7; Aria ‘Solo e pensoso’ H. XXIVb/20; Cimarosa: ‘Son pietosa, son bonina’ uit La Circe. Arleen Auger (s) met de Händel and Haydn society o.l.v. Christopher Hogwood. Oiseau Lyre 425.496-2 (53’23”). 1988

 

Het jaar 2032 waarin de driehonderdste verjaardag van ‘pappa’ Haydn wordt gevierd, ligt weliswaar nog ver voor ons, toch bereidt men zich daar bij Alpha al grondig op voor door een al opnamen te maken die wijzen op een integraal overzicht van al zijn werken. Bij wijze van voorproefje brengt het label nu een derde cd uit die laat smullen uit wat ons te wachten staat met een paar symfonieën uit verschillende scheppingsperioden, een concertaria en een opera ouverture.

Alpha lijkt hiermee tot iets bijzonders te komen, want aan wat Decca en Phillips sinds de jaren zestig vorige eeuw aan de symfonieën, strijkkwartetten, pianosonates en opera’s deed was nog weinig ‘authentieks’ en tot een compleet geheel van het oeuvre is het nooit gekomen. In zoverre zijn de vooruitzichten voor Alpha gunstig.

Dit nieuwe programma is niet naar chronologie, maar naar thema samengesteld, want na ‘de passie’ volgt ‘de filosoof, dan de aria ‘alleen en nadenkend’ en tot slot ‘het verlaten eiland’.

Het lukt Giovanni Antonini en zijn vrij klein bezette, met een ervaring van dertig jaar spelende Il giardino armonico heel hooi om elk der zo verschillende symfonieën het juiste karakter te verlenen en daar iets origineels van te maken. Dat geldt in het bijzonder voor symfonie nr. 60 met de bijnaam Il distratto (de verstrooide) waarin de strijkers in de finale even hun instrumenten opnieuw stemmen. Haydn had gevoel voor humor, maar kon ook melancholiek zijn. Al die aspecten, dus ook een zekere gespletenheid worden dynamisch uitgewerkt.

Als kostelijk extra is daar de in 1798 in Londen geschreven concertaria Solo e pensoso op tekst van Petrarca. Zwierig en gaaf gezongen door de jonge sopraan Francesca Aspromonte die het voordeel heeft haar eigen taal te kunnen gebruiken.

Dat voordeel had de Amerikaanse Arleen Auger een paar decennia eerder niet. Het is aardig om die schijf met verder cantates van Haydn er even bij te halen en onder de aandacht te brengen. Ze wordt begeleid door het orkest van de sinds 1815 (!) bestaande Amerikaanse Händel and Haydn society dat deze kostelijke cantates en de Petrarca aria, die ze met een wat minder warmte, maar wel met veel charme zingt. In de cantates is ze dramatischer en nuanceert ze de kleur van haar stem erg mooi. Alleen al vanwege deze stukken loont de uitgave de moeite. De opname klinkt enigszins ten voordele van de stem en het klavecimbel, maar laat ook horen dat de strijkers onderling niet altijd in balans zijn. Verwaarloosbare kleinigheden bij zoveel moois.