Händel: Klaviersuites nr. 2 in F HWV. 427, 3 in d HWV 427, 4 in e HWV. 429, 5 in E HWV. 430 en 6 in fis HWV 431. Dina Ugorskaja. Avi 8553184 (79’35”). 2009
Händel verzamelde zijn eerste reeks van suites om zich te beschermen tegen clandestiene en incorrecte kopieën ervan, waarschijnlijk van een Amsterdamse uitgever. Veelzeggend genoeg gaf hij ze een Franse titel: Suites de pièces pour clavecin en de meeste van de delen zijn ook gestileerde dansen in elegante Franse stijl. Maar ook de Duitse en Italiaanse stijl is vertegenwoordigd. Ook enkele préludes hebben een specifiek Frans karakter en zijn genoteerd in akkoorden van lange noten die liefst wat improviserend door de vertolker moeten worden uitgewerkt en versierd. Zo heeft de tweede suite als eerste deel een prachtig aria-achtig adagio, maar culmineert in een enorm inventieve fuga vol esprit. De vijfde suite is het populairst dankzij de finale met de variaties over The harmonious blacksmith.
De eerste reeks van acht van in totaal vijftien suites werd in 1720 gepubliceerd, maar de muziek is waarschijnlijk van eerder datum, de tweede reeks volgde in 1733.
Het is gebleken dat deze werken even goed op klavecimbel als op piano kunnen worden uitgevoerd. Bij de volledige klavecimbelopnamen zijn die van Richard Egarr (Harmonia Mundi HMU 90.7581/2, 2 cd’s) zeer de moeite waard, bij de pianisten die van Andrei Gavrilov en Sviatoslav Richter (EMI 586.540-2, 2 cd’s).
Andere pianisten maakten een keuze uit de eerste acht. Bijvoorbeeld Murray Perahia (nrs. 2, 3 en 5 Sony SK 62785) en Daria van den Bercken nrs. 2, 3 en 7 samen met andere pianowerken van Händel (Sony 88765-41883-2).
Ook Dina Ugorskaja deed dit op een tjokvolle cd die een heel mooie, volle pianotoon heeft. Zij komt tot uitmuntende resultaten. Luister maar eens naar het voor de hele reeks kenmerkende begindeel van de zesde suite, een adagio vol bedachtzame lyriek, keurig voorgedragen in deze lastige toonsoort. Ook in de snelle delen toont de pianiste veel bezieling.