Händel: The Messiah HWV. 56. Julia Doyle (s), Lawrence Zazzo (ct), Steve Davislim (t), Neal Davies (b) met het koor van de Beierse omroep en het B’Rock orkest o.l.v. Peter Dijkstra. BR 900510 (2 cd’s, 1u. 15’58”). 2014
Händel: The Messiah HWV. 56. Olga Zinovieva (s), Jana Mamonova (s), Systse Buwalda (ct), Martinus Leusink (t), Andrew Slater (bs) met het Nederlands Bachkoor en –orkest o.l.v. Pieter Jan Leusink. Amsterdam Classics (2 cd’s + dvd, 1u. 28’12”). 2016
Händel: The Messiah HWV. 56. Erin Wall (s), Elizabeth DeShong (ms), Andrew Staples (t) en John Relyea (bs) met het Mendelssohn koor en het Toronto symfonie orkest o.l.v. Andrew Davis. Chandos CHSA 5176 (2 cd’s, 1u. 54’26”). 2016
Een directe zaalopname bergt altijd wat risico op foutjes in zich, maar daarvoor hoeven we niet bang te zijn bij de opname van Peter Dijkstra uit de Münchense Herkulessaal omdat men kon kiezen uit het beste dat daar van 21-27 november klonk.
Hij dunde het koor van de Beierse omroep tot redelijke proporties uit en goede voorbereiding zorgde dat er een spoor van Duitse uitspraak van het Engels te bespeuren is. Met dat koor worden hechte fugatische koren gerealiseerd, net als ondersteunende bijdragen met een intens en krachtig homogeen karakter. Bij de begeleiding is het goed te weten dat B’Rock staat voor Belgisch Barokorkest (uit Gent), zodat ook over dat aspect geen twijfel rijst. Het zijn vooral de sereen zingende Julia Doyle (I know that my Redeemer liveth), de dramatische Lawrence Zazzo )For he is like a refiner’s fire), de milde Steve Davislim (Thy rebuke has broken his heart) en de stoere Neal Davies (The trumpet shall sound) die ook het solistisch aandeel op hoog niveau houden.
In Nederland timmert koordirigent Pieter Jan Leusink erg aan de weg met The messiah. Najaar 2016 maakt hij met zijn ensemble een nieuwe tournee door het land en voor de velen die zo’n optreden bijwonen is het nuttig dat nu twee van zijn uitvoeringen beschikbaar zijn, beide met countertenor Sytse Buwalda. De tweede staat interpretatief op wat hoger niveau en gaat vergezeld van een bonus dvd met beeld en toelichting. Een nuttige voorziening bij de behoorlijk geslaagde interpretatie die geloofwaardig is, maar net niet tot de favorieten doordringt.
Waarschijnlijk omdat in Canada nog resten van de romantiserende Engelse traditie voortleven en de authenticteitsgedachten nog geen algemene acceptatie hebben gevonden, maakte dirigent Andrew Davis een eigen bewerking die hij met een amateurkoor van rond de veertig leden en een vrij fors bezet symfonie orkest waarin we ook een vergroot aandeel koper en verschillende extra slagwerk instrumenten (marimba) kunnen waarnemen in 1986 voor het eerst opnam, toen met bekende solisten die we eerder in de opera dan in een barok oratorium verwachten. In 2016 herhaalde hij dat nog eens, nu met passender solisten. Interessant voor een enigmalige kennismaking, meer niet. Want hoe handig de dirigent ook tussen de traditionele en authentieke uitvoeringspraktijk laveert, eigenlijk valt hij tussen twee stoelen. Zie voor een vollediger overzicht en een aanbeveling van de waardevolste opnamen de geactualiseerde Vergelijkende Discografie.