CD Recensies

HAYDN, M.: SYMFONIEËN, WARCHAL, GORITZKY

Haydn, M.: Symfonieën nr. 1 in C P. 35, 2 in C P. 2, 3 (Divertiment) in G MH. 26, 4 in Bes P. 51, 5 in A P. 3, 6 in C P. 4, 7 in E P. 5, 8 in D P. 38, 9 in D P. 36, 10 in F P. 45, 11 in Bes P. 9, 12 in G P. 7, 15 in D P. 41, 16 in A P. 6, 18 in C P. 10, 25 in G P. 16; (Divertimento) Simfonia in G P. 8, nr. 26 in ES P. 17, 27 in Bes P. 18, 28 in C P. 19. Slowaaks kamerorkest o.l.v. Bohdan Warchal. CPO 999.591-2 (6 cd’s, 6u. 00’09”). 1992 

 

Haydn, M.: Symfonieën nr. 33 in D P. 24, 29 in d P. 20, 19 in D P. 11, 24 in A P. 25 in in F P. deest, 14 in Bes P. 52, 17 in E P. 44, 41 in A P.33, 40 in F P. 32; Marsen MH. 421, P. 59, MH. 514, P. 64, MH. 441, P. 62. Duitse Kameracademie Neuss o.l.v. Johannes Goritzki. CPO 777.137-2 (2 cd’s, 2u. 35’45”). 1994/2004  

 

Perger nummering

 

Voor Michael Haydn (1737-1806) moet het niet aangenaam zijn geweest om altijd in de schaduw te staan van zijn bekendere, populairdere oudere broer Joseph (1732-1809). De weg van zijn professionele loopbaan werd door zijn broer geplaveid, te beginnen als jongenssopraan aan de Weense Stephansdom. Daar kwam hij in gezelschap met Aufmann en Albrechtsberger. In een veel later stadium van zijn  leven kon hij kiezen tussen een baan bij Esterhazy en eentje in Toscane, maar besloot rustig in Salzburg te blijven waar hij op 68-jarige leeftijd overleed.

Het kan haast niet anders dat hij minder productief was dan zijn broer. Maar hij bracht het in de jaren 1760 tot 1789 wel tot 41 symfonieën. De eerste daarvan zijn driedelig en weinig avontuurlijk voor hobo’s, hoorns en strijkers met incidenteel ook fluiten, een piffaro of een trompet. Erg inventief en persoonlijk zijn ze niet, maar ze getuigen wel van vakmanschap, maar in elk van die vroege werken zit wel een markant deeltje.

Met nummer 18 raken we in de jaren 1770 en treffen we de eerste ambitieuze symfonie (die met herhalingen 36’34” duurt) en een mooie althobo solo bevat. Geleidelijk werden de symfonieën toen ook vierdelig.

Lang werd nr. 25 in G uit 1783 aan Mozart toegeschreven en aangezien voor diens nr. 37 KV. 444, best begrijpelijk als we naar het gracieuze langzame deel en de spirituele finale luisteren. Ook de nrs. 26-28 dateren uit die periode en tonen de componist op zijn best. Opnieuw zijn het de langzame delen en de finales die het meest esprit tonen. Nr. 28 heeft een indrukwekkend fugato tot slot dat doet denken aan de finale van Mozarts Jupitersymfonie.

Michael Haydn hield geen catalogus van zijn werken bij, maar wat de orkestweken betreft werd die in 1907 samengesteld door Lothar Perger, vandaar de handige P. Nummering. Veel later, in 1982 maakte Charles Sherman een chronologische opsomming van de 41 symfonieën.

Best plezierige muziek die het aanhoren zeker waard is. Ze wachten op vertolkingen met passende oude instrumenten, maar voorlopig kunnen de goede – maar niet geweldige – interpretaties van Warchal en Goritzky voldoen.