CD Recensies

HUMMEL: AMUSEMENTS, SONATES, PIANOWERKEN

Hummel: Amusement voor piano en viool in f op. 108; Sonate voor piano en concertante viool in C op. 14; Variaties voor piano en cello obligato  Variazioni alla Monferrina in D op. 54; Sonate voor piano met vioolbegeleiding in F op. 5/2. Trian3ulus. Meridian CDE 84439 (63’27”). 2003

 

Hummel: Caprice op. 49; Variaties over een thema uit Armide van Gluck op. 57; Bagatellen op. 107 nr. 1, 3 en 5; Amusement op. 105 nr. 2 A l’Autrichienne; Rondo op. 11; Polonaise op. 55. Joanna Trzeciak. Pavane ADW 7359 (68’04”) 1996

 

Dit tweetal cd’s toont eens temeer aan dat Hummels ader voor contemplatieve virtuositeit diep loopt. Op zevenjarige leeftijd werd hij leerling van Mozart, later studeerde hij compositie bij Salieri en orgel bij Haydn, onderging de invloed van Beethoven en werd zelf voorwerp van bewondering voor de latere generaties.

Het hier gepresenteerde materiaal illustreert heel aardig hoe zijn virtuoze talenten werden gevoed door lyrisch-contemplatieve impulsen met steeds primair aandacht voor de piano.

Zo is de titel Amusement heel passend voor de Trois amusements en forme de caprices op. 105 voor piano en de ene met viool op. 108. Alle werken hebben iets karakteristieks, maar ook iets pretentieloos en op. 108 blijkt een soort pretentieloze sonatine te zijn. Melodieuze stukken met dansinvloeden. Ook de sonates waaraan viool en /of cello een bescheiden, maar toch wel wezenlijk aandeel hebben, bezitten ongecompliceerde charme.

De Variazioni alla Monferrina bijvoorbeeld geven blijk van de nodige vindingrijkheid en hebben een refrein in 6/8. Na tien variaties wordt het stuk afgerond met een galopperend coda.

Trian3ulus bestaat uit Madeleine Mitchell (v), Alison Moncrieff Kelly (vc) en Lyn Garland (p). Laatstgenoemde speelt met veel flair de hoofdrol.

Op de tweede cd horen we de in Krakau geboren Poolse Joanna Trzeciak in een andere dwarsdoorsnee van Hummels pianowerken. Geen wonder dat zij zich vooral goed thuis voelt in de door Poolse volks- en dansritmen geïnspireerde stukken. Hier en daar had ze wat gedurfder mogen spelen (Polonaise, Bagatel nr. 5), maar over het geheel kwijt ze zich heel goed van haar taak. Ook had de vleugelklank wat minder klaterend mogen zijn, maar niettemin verdienen deze beide uitgaven aanbeveling, juist ook om meer vrienden voor Hummel te winnen.