Holt, Ten: Méandres. Rondane kwartet. Rondae kwartet RK 05 (2 cd’s, 1u. 36’14”). 2016
Simeon ten Holt (1923-2012) deed voor ostinati en toccata-achtige patronen wat Philip Glass aan de andere kant van de Atlantische oceaan deed voor het arpeggio. Ook al verschillen stemming en inhoud best in de verschillende werken die Ten Holt voor meervoudige piano’s schreef, het zijn steeds dezelfde principes die de structuur en de grootschalige dimensies bepalen.
Zelf heeft de componist over zijn proces van componeren gezegd: "Veel tijd en geduld en discipline zijn de voorwaarden voor het productief maken van een (genetische) kode die uiteindelijk bepalend is voor vorm, structuur, lengte, bezetting, etc. Zo'n proces is moeizaam omdat het zicht op die genererende code voortdurend vertroebeld wordt door het menselijk tekort en de eigen wil, en het moet hebben van momenten van helderheid en vitaliteit. En dan, de zee spoelt en slijpt, de tijd kristalliseert."
Ieder werk bezit zo’n honderd tot tweehonderd secties waarvan vijfennegentig procent kan worden herhaald. Maar de uitvoeringsduur is nooit in graniet gehouwen en de wereldpremière van Lemniscaat schijnt ruim dertig uur te hennen geduurd.
Het muzikale vocabulaire van Ten Holt kan even stationair zijn als de harmonische reeksen van Glass, maar onttrekt ook zijn groeistoffen aan de rijke, chromatische fontein van de laatromantiek. Boven een gelijkmatige, constante polsslag vloeien frasen in- en weer uit elkaar of grijpen weer in elkaar met subtiele veranderingen van accent, dynamiek en toucher.
Sporadische rusten of korte adempauzes komen voor om de oren een kort moment rust te gunnen. De open einde vorm van al die herhalingen weerspiegelen de modulaire opbouw, maar het overheersende gevoel is steeds dat van vloeiende, cumulatieve bogen.
In het ideale geval richten de vertolkers zich verder op details van articulatie, dynamiek en een evenwichtig ensemblespel. Het is wel wat jammer dat een gewone stereo opname de antifone effecten niet optimaal kan laten horen. Afluistering met een hoofdtelefoon kan helpen.
Kort na voltooiing in 1997 van Méandres voor vier piano’s waaraan hij in 1995 was begonnen, verscheen de opname van Polo de Haas, Kees Wieringa, Ellen Dijkhuizen en Fred Oldenburg (NM Classics 92106), in 2001 gevolgd door het Simeonkwartet (Contrapunctus Musicus VC 2504) en in 2005 door Irene Russo, Fred Oldenburg, Sandra van Veen en Jeroen van Veen (Briljant Classics 7795) op 11 cd’s met de ‘complete multiple pianoworks’, ruim elf en een half uur muziek.
De vier pianisten van het Rondane kwartet - Laura Sandee, Petra van Oort, Daphne Keune en Robert Lambermont – die op prachtig klinkende Fazioli’s spelen, zorgen voor een ontspannen vertolking als een harmonisch lang continuum. Ook zij lijken in kleine, in de tijd gespreide afleveringen bezig te zijn met een in eigen beheer uitgegeven complete reeks die in 2010 begon met
Canto ostinato (RK 01) en in 2012 werd gevolgd door Lemniscaat RK 03) en in 2015 door Incantatie (RK 04).
Er zijn vee manieren om naar muziek te luisteren en Ten Holt doet een beroep op een speciale houding. Hij neemt de luisteraar bij de hand en neemt hem (en haar) mee op een innerlijke tocht naar de verbeelding, waarbij de geest vaardig is, maar door iemand in een bepaalde richting wordt geleid.
In dit geval is het in de richting van het licht, wat in niet geringe mate te danken is aan de prachtige voordracht van het Rondane kwartet dat de graduele processen van deze repetitieve muziek zo goed weergeeft.