CD Recensies

HANDEL: WATERMUSIC; ALEXANDER'S FEAST, CUMMINGS

Händel: Watermusic HWV. 348/9; Concerto grosso in C HWV. 318 Alexanders’s feast. Festspiel Orchester Göttingen o.l.v. Laurence Cummings. Accent ACC 26407 (63’12”). 2013/6

 

Händel was bovenal een theatercomponist, die het vak in zijn geboorteland Duitsland had geleerd en daarna in Italië in een invloedrijke drie jaar van 1706 tot 1709 had geperfectioneerd.

Hij verhuisde naar Londen, componeerde eerst veertig opera’s en daarna, toen de mode en dus de vraag veranderden, zo’n vijfentwintig oratoria.

Het verhaal dat de Watermusic een zoenoffer was voor koning George I, wiens emplooi hij in Hannover had verlaten, is waarschijnlijk niet waar, maar de muziek die hem 17 juli 1717 op de Theems vergezelde, werd zeker goed onthaald. Vorstelijk beschermheerschap heeft heel wat meesterwerken opgeleverd.

Deze Watermusic werd door zo’n vijftig musici gespeeld op een bark, een afmeting die waarschijnlijk in de openlucht en het lawaai op de rivier nodig was voor deze gelegenheid.

Verschillen tussen Händels manuscripten en vroege uitgaven doen vermoeden dat de deeltjes van de Watermusic geen precieze volgorde hadden. Doorgaans worden ze in drie suites geordend. Nummer 1 in F HWV. 348 met hoorns, nr. 2 in D HWV. 349 met trompetten en een derde in G HWV. 350 met rustige fluiten en blokfluiten.

En dan blijkt dat deze uitgave helaas een belangrijke handicap heeft: slechts de eerste twaalf deeltjes van de Suites HWV. 349 en 349 zijn aanwezig, de laatste vier van suite nr. 3 HWV. 350 mankeren. Ik had er graag Alexander’s feast voor opgeofferd.

Maar Cummings, die zijn niet te omvangrijke ensemble vanachter het klavecimbel leidt (te zien op YouTube) voegt zich keurig in de historiserende muziekpraktijk en laat deze muziek levendig en vervuld van een Engels gevoel zingen en dansen. In de blaastrio’s zwijgt het klavecimbel even wat de expressie van de inzettende strijkers alleen maar verhoogt.

Alexander’s feast is met zijn vier korte deeltjes een ook fraai uitgevoerde toegift van ruim twaalf minuten, maar dan nog komt de totale speelduur niet verder dan 63’12” wat die weggelaten derde suite nog onverklaarbaarder maakt. Noopten de festival omstandigheden in Göttingen daartoe?

Nee dan liever de volledige ‘first historical version’ van Le concert spirituel onder Hervé Niquet uit L’arsenal in Metz (Glossa GCD 921606), of een der andere mooie complete versies van Gardiner (Philips 464.706-2), Guglielmo (CPO 777.312-2) of Pinnock (Archiv 477.756-2).