Harrison: Concert voor viool, slagwerk en orkest; Grand duo; Double music. Tim Fain met het PostClassical ensemble o.l.v. Angel Gil-Ordóñez c.q. Michael Boriskin (p). Naxos 8.559825 (61’46”). 2016
De Amerikaanse componist Lou Harrison (1917-2003) was zijn tijd ver vooruit. Zijn loopbaan vertoont veel overeenkomsten met die van Charles Ives. Waar Ives verzekeringsadviseur was, had ook Harrison een buitenmuzikale loopbaan om zich onafhankelijk en strikt naar eigen wens aan de muziek te kunnen wijden. Net als Ives stond hij volkomen onbevangen tegenover de eerbiedwaardige traditie van de klassieke muziek.
Het resultaat is dan logisch een heel persoonlijk oeuvre en een heel individuele stijl, maar dan zonder het soms verwoestend aandoende antitraditionalisme van Ives. Tijdens een cursus bij Henry Cowell had hij in 1935 geleerd dat het belangrijk is om kennis te nemen van muziek uit andere culturen.
Eén van Harrisons bijzondere interesses gold het gebruik van ongewone klanken die niet alleen uit de niet-Westerse muziek hoefde te komen, maar die evenzeer met gewone gebruiksvoorwerpen kunnen worden gemaakt.
In het Concerto in Slendro voor viool, celesta en slagwerkensemble uit 1961 komen die interesses bij elkaar. Het werk is gebaseerd op Indonesische toonladders, terwijl bij het slagwerk twee gegalvaniseerde vuilnisbakdeksels meedoen. Luister maar naar de opname van Antonio Núñez (PAN 510.103)
Harrison beschikte over de verbeeldingskracht van een pionier, niet in het minst omdat hij nadacht over wat hij kon gebruiken om de muziek te verlevendigen. Zijn Vioolconcert vraagt om bloempotten, loodgieters buizen en klokveren bij het slagwerk. Het driedelige Vioolconcert ontstond hoofdzakelijk in 1940, maar hield hem tot 1959 bezig.
Het is overigens een briljant, heel actueel experimenteel werk, zeker wat de vioolpartij betreft. Met een botsing tussen prikkelende dansritmen en vloeiende lyriek.
Op de radio had ik dat vioolconcert wel eens gehoord. Het blijkt dat er al tenminste zes opnamen van bestaan: Antonio Núñez (PAN 510.103), Janna Lower (New World Records NW 382-2), Enrico Balboni (Dynamic CDS 221), Madeleine Mitchell (Signum SIGCD 111), Andreas Hartmann (Querstand VKJK 0836) en Mark Rush (Albany TROY 1199). Opvallend is dat het steeds om onbekende solisten op minor labels gaat.
Het zowat een half uur durende vijfdelige Grand duo voor viool en piano uit 1988 heeft 5 delen: een peinzende prelude, een koortsachtige stampede, a round (Annabel & April’s), Air en Polka. Het is een fraai voorbeeld van op gamelan klanken gebaseerde muziek.
De korte Double Music werd in 1941 samen met John Cage geschreven voor de slagwerkconcerten in San Francisco.
Wat Tim Fain en zijn begeleiders laten horen klinkt goed afgewerkt en heel verzorgd idiomatisch. Het vormt als geheel een goede introductie tot deze componist als buitenbeen.