Haydn: Pianotrio’s nr. 37 in F H. XV/37, 13 in c H. XV/13, 29 in Es H. XV/29, 32 in G H. XV/32. Mendelssohn trio. Centaur CRC 3443 (58’37”). 2014
De 41 Pianotrio’s van Haydn zijn - zeker wat het eerste twintigtal betreft - in wezen pianosonates met een cellopartij die steeds hecht is verbonden aan de baskant van de piano. Dat gemis aan een onafhankelijke rol voor de cello heeft gemaakt dat heel wat ensembles aarzelden om de muzikale rijkdom van deze werken nader te exploiteren.
Dat werd eerder niet alleen grondig wél gedaan door het Beaux Arts trio (Philips 454.098-2, 9 cd’s), maar, minder bekend ook door het Haydn trio Eisenstadt (Phoenix, 8 cd’s) en Trio 1790 op oude instrumenten (CPO 777.649-2, 9 cd’s).
Inmiddels heeft ook het Mendelssohn trio met de Oekraïnse violist Peter Sirotin, de Engelse celliste Fiona Thompson en de Taiwanese pianiste Ya-Ting Chang deze complete opdracht vervuld. De werken zijn niet in chronologische volgorde opgenomen en de hier besproken uitgave is als voorbeeld uit de reeks gekozen.
Het eerste twaalftal van deze trio’s ontstond in de jaren 1760 en heeft niet veel meer dan de nodige rocococharme te bieden, maar het merendeel is uit de jaren 1780 en 1790 en bevat heel wat verbeeldingsvolle, lyrische en in harmonieus opzicht avontuurlijke muziek. Nummer 29 heeft bijvoorbeeld iets intiems.
Wanneer we aannemen dat de aanpak van het Mendelssohn trio consistent is door de hele reeks heen, kan worden gezegd dat is gezorgd voor een f frisse, levendige aanpak die in de snelle delen een verkwikkend karakter heeft, terwijl de lyriek van de langzame delen niets tekort komt.
Wie in is voor zo’n essentieel opgewekte Haydn is goed af met het Mendelssohn trio. De muziek sprankelt, het ontbreekt niet aan humor en esprit, maar het Beaux Arts trio en het Trio 1790 mogen zeker nog niet worden vergeten.