CD Recensies

HAYDN: DUBBELCONCERT VOOR TOTSINSUMENT, VIOOL EN STRIJKORKEST E.A. CONCERTEN

Haydn: Concert voor toetsinstrument, viool en strijkorkest H. XVIII nr. 6 in F; Orgelconcert in C H. XVIII/1 en in D H. XVIII/2. Ton Koopman (org), Catherine Manson (v) met het Amsterdam barokorkest o.l.v. Ton Koopman. Challenge CC 72390 (62’41”). 2009 

 

Haydn: Vioolconcert in G H. VIIa/4; Hoornconcert in D H. VIId.3; Klavecimbelconcert in G H. XVIII/4; Symfonie nr. 83 in g H I/83 ‘La poule’; Fantasie voor klavecimbel in C H. XVII/4; Concert voor toetsinstrument en orkest in D H. XVIII/11; Concert voor toetsinstrument, viool en strijkorkest in F H. XVIII/6. Riccardo Masahide Minasi (v), Johannes Hinterholzer (hrn), Maxim Emelyanuchev (kl) met Pomo d’Oro. Warner 2564-605204-2 (2 cd’s, 2u., 05’37”). 2014 

 

Haydn schreef talloze concerten voor toetsinstrument (orgel, klavecimbel, fortepiano), cello, fluit, hobo, fagot, hoorn en trompet. Probleem is dat niet alle daarvan gedurende zijn leven werden gepubliceerd en dat veel van die werken verloren gingen (sommige bij de branden die in 1768 en 1776 Haydns woning aantastten). Het goede nieuws is dat sommige werken - zoals het Celloconcert in C   in 1961 - weer opdoken.

Geen van Haydns concerten haalt het niveau van die van Mozart, maar er valt wel erg van te genieten. Behalve de populariteit van de beide Celloconcerten, het Trompetconcert en het Klavierconcert nr. 11 waarvan dus de nodige opnamen bestaan is het wel eens nuttig om ook kennis te maken met wat andere werken in dit genre. Waar de orgelconcerten vrij simpel zijn.

Het Dubbelconcert was oorspronkelijk bestemd voor orgel, viool en orkest en zo wordt het ook heel mooi door Ton Koopman en Catherine Manson uitgevoerd. De beide begindelen doorlopen keurig en op aangename manier de bedoelingen van de galante  stijl , maar in de finale komt het werk pas echt tot leven en klinkt typisch zoals we van de componist uit de jaren 1760 gewend zijn. 

Minasi ontwikkelt een mooie milde en goed genuanceerde toon als solist in het Dubbelconcert en als Haydn echt het Vioolconcert in G heeft gemaakt, kan hij gelukkig zijn met de in en goede mengeling van animo en verfijning gespeelde verklanking. Het hoornconcert heeft een mooi serieus en overpeinzend adagio en wordt als geheel verfijnd en mooi van toon door Johannes Hinterholzer gespeeld.

Als het klopt dat voor Symfonie nr. 83 in 1787 ruim veertig strijkers ter beschikking stonden, klinkt Pomo d’Oro veertiental wat magertjes, maar in elk geval lenig met markante hobo’s en ventielloze hoorns. Bijna kamermuziek, maar heel precies en helder gerealiseerd. Alleen waarom we hier ook aan klavecimbel horen, is vreemd.

In het Klavecimbelconcert in G treft vooral de finale als een van de vroege pogingen tot een zigeunerstijl. Later, rond 1780 werd hij daar nog explicieter in met het bekende rondo all’ungarese uit het klavecimbelconcert in D. Om de verkoop van dit werk te stimuleren, werd het in de advertenties vermeld als ‘voor klavecimbel of fortepiano’. De keuze staat vrij, maar het is duidelijk dat het adagio aan expressie wint wanneer het op een touchergevoelig instrument wordt uitgevoerd. Wat dat betreft zijn Staier met zij fortepiano (Harmonia Mundi HMC 90.1854) en Andsnes (Warner 2564-636.9997) en Hamelin (Hyperion CDA 67925) met hun piano in het voordeel omdat ze zo meer dichterlijkheid en fantasie aan het instrument kunnen ontlokken.

Ricardo Masahide Minasi en Maxim Emelyanychev zij beide heel bekwame solisten en hebben als dirigent hun taken verdeeld over cd 1 en cd 2. Laatstgenoemde lijkt in de oproerig inventieve Fantasie uit 1789 een klavecimbel met één manuaal te bespelen en geeft daar veel fut aan. Ook de klavecimbelconcerten vertolkt hij ebergiek met de vereiste welsprekendheid in de middendelen en paprika in de finales. Hooguit de pizzicati in het Hongaarse rondo van de episode in b doet wat minder authentiek aan. 

Het algehele resultaat klinkt als een energieke, contrastrijke Haydn, Esterháza waardig.