Händel: Silla HWV. 10, Sonia Prina (a., Silla), Martina Belli (ms., Claudio), Sunhae Im (s., Metella) Vivica Genaux (ms., Lepido), Roberta Invernizzi (s., Flavia), Francesca Lombardi Mazzulli (s., Celia) en Luca Tittoto (bs., Il Dio) met Europe galante o.l.v. Fabio Biondi. Glossa GCD 923408 (2 cd’s, 1u. 52’55”). 2017
Geen van Händels opera’s is zo raadselachtig als Silla (of Sulla), zijn in 1713 geschreven vierde Londense werk in dit genre. Hij gebruikte een niet zo best libretto van Giacomo Rossi die hem in 1711 voor Rinaldo van veel deugdelijker materiaal had voorzien. Het ging om een gelegenheidswerk dat in het Queen’s theater een privé opvoering kreeg ter ere van de nieuwe Franse ambassadeur.
Ten grondslag aan de handeling van deze historische opera ligt het verslag van Plutarchus ovr een periode in de latere levensperiode van Lucius Cornelus Sulla die zich nadat hij Rome had ingenomen ontwikkelde tot een tirannieke, moordlustige despoot die zijn tegenstanders liet vermoorden en zich graag vergrijpt aan drie vrouwen uit zijn eigen omgeving en zelfs aan zijn eigen vrouw Metella voordat hij zich in een buiten terugtrok om van zijn oude dag te genieten en tijdens een feest berouw krijgt.
Jammer genoeg ligt aan het werk een slecht libretto van deze Rossi ten grondslag. Händelexpert Winston Dean omschreef het als “the worst libretto Handel ever set, with scarcely a redeeming feature; the characterisation is incredible”. Later werden wat gedeelten hergebruikt in zijn volgende opera Amadigi di Gaula HWV. 11 uit 1715. Vreemd is ook dat Silla met degelijke vriendelijke muziek is bedacht. Mooi zijn met name de beide duetten voor het minnepaar Lepido en Flavia.
Maar wat voor een prachtige muziek komt langs in de 62, meest korte tracks van deze opname. We krijgen de ene hit na de andere te horen. Neen Metella’s ‘Io non chiedo piú’, prachtig gezongen door Suhae Im, alsof het de Koningin van Sheba betreft, of de aria ‘Con tromba guerriera’ van Silla’s vijand Claudio, door een heel goede Claudia Belli. Luca Tittolo is een mooi donkere gezaghebbende god. De namen van de andere zangeressen staan garant voor heel mooie prestaties.
Er was een - ook eerder besproken - opname uit 2000 van dit werk met de countertenor James Bowman in de titelrol (Somm 277/8), maar tenzij men staat op een dergelijke bezetting van de rol is de nieuwe opname in alle opzichten beter dan die met vrij saaie Engelse zangers en een relatief slaperiger orkest. Hulde voor Biondi en de zijnen!
Later werden wat gedeelten hergebruikt in zijn volgende opera Amadigi di Gaula HWV. 11 uit 1715. Hoeveel beter behandelde Mozart Lucio Silla in zijn KV 135 uit 1772 op een stukken beter libretto van Giovanni de Gamerra!