Hindemith: Symfonische metamorfosen op thema’s van Weber (1943); Nobilissma visione (1938); Concertmuziek voor strijkers en blazers ‘Bostonse symfonie’ op. 50 (1930). WDR Omroeporkest Keulen o.l.v. Marek Janowski. Pentatone PTC 5186-672 (57’46”). 2017
Stravinsky zei ooit over Hindemith: ‘Een loyale vriend… elegant en met een verrukkelijke schat aan humor’. Voor veel luisteraars is het bij Hindemith zoeken naar die blijken van humor. Maar ondanks de breedsprakige titel blijken de Symfonische metamorfosen echt een geestig en briljant pronkstuk te zijn.
Tamelijk ongeïnspireerd materiaal van Weber transformeert in muziek die typisch is voor Hindemith. Drie van de vier delen verlaten het oorspronkelijke concept in een ballet, ontworpen door Leonid Massine. Hoewel dat project strandde, drukken het allegro begin in Hongaarse stijl, een bevallige contemplatieve siciliano en een opwekkende mars wel de ziel van de dans uit. Het spectaculairste deel is het Turandot scherzo uit Webers Turandot J. 75 als verzameling enorm inventieve variaties op een Chinees thema met een uitbundige passage voor slagwerk en een jazzy fuga.
De suite Nobilissima visione is samengesteld en gebaseerd op de gelijknamige danslegende over de opvattingen die Sint Franciscus had over de drie allegorieën van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. De muziek geeft weliswaar de heftige strijd van de gewonde Franciscus weer, maar is opvallend sereen omdat het werk het laatste visioen van de heilige centraal plaatst.
In de voor Koussevitzky’s orkest uit Boston geschreven Concertmuziek brengt de componist de oude concertato stijl waarin verschillende orkestroepende ‘strijd’ met elkaar aangaan in twintigste eeuwse vorm. In al deze drie werken laat de componist merken hoe goed oud en nieuw in een persoonlijke stijl zijn te combineren. Dat Janowski dit drietal werken combineerde zorgt voor een heel aantrekkelijk programma dat zeker twijfelaars over het werk van Hindemith een steun voor grotere appreciatie zal zijn. Hooguit het begin van de Concertmuziek had wat krachtiger mogen klinken, maar verder is het uitvoeringsniveau van de drie werken net zo hoog als dat van de beste rivalen Sawallisch (EMI 206.863-2) en Tortelier (Chandos CHAN 9903), de opnamekwaliteit zelf wat beter.