Höller: Sphären; Der ewige Tag. WDR omroeporkest en -koor Keulen o.l.v. Semyon Bychkov. Neos 11039 (62’11”). 2001/8
De Duitse van-garde componist York Höller (1944) onderging een grondige opleiding bij Bernd Alois Zimmr ervan en Karlheinz Stockhausen mer wie hij de diens elektrische studio in Keulen samenwerkte. Geen wonder dat hij behalve invloeden van het serialisme onderging ook elektronica integreerde in dit tweetal grondig doortimmerde werken.
Met Sphären voor ‘groot orkest en elektronica’ waaraan de in 1944 geboren Duitse componist York Höller van 2001 tot 2006 werkte, won hij in 2010 de met tweehonderdduizend dollar gedoteerde prestigieuze Grawemeyer Award. Het werk geeft een overzicht van de literaire, artistieke en persoonlijke herinneringen van de componist aan de voorbije jaren.
Oorspronkelijk was het vijfdelig met ‘Wolkengesang’, het scherzo-achtige ’Windspiel’. Het massieve, haast seismische ‘Erdschichten’, ‘Regen Kanon’ met veel pizzicato ostinato en ‘Feuerwerk’, later voegde hij daar ’Spärentrauer’ met een citaat uit Schuberts Der Tod und das Mädchen aan toe. Meteen het eerste deel is van groot belang. Het zesde deel ’Spärentrauer’ werd in 2006 na de dood van zijn vrouw toegevoegd. Er keert wat materiaal uit het eerste deel in terug, maar is voornamelijk gebaseerd op het pianowerk Monogramme uit 1995/2003 en dan met name op het elegische deel ’Tastengeläut’.
Ze illustreren een reis van oost naar west en geven de digitaal bewerkte harp een belangrijk aandeel in het ’sonisch georganiseerde’ werk waarin het orkest verder haast een bijrol heeft naast het bevoorrechte koor.Der ewige Tag voor gemend koor en orkest op teksten van Ibn Scharaf (Morgen), Georg Heym (over een mythologisch dagje aan de Middellandse zee) en Pablo Neruda La noche, Isla negra), ook voorzien van elektronica is uit 2000 en nog herzien in 2002. Maar de voor is mooi helder en de klank is betoverend in deze uitvoeringen.
Het betreft in beide gevallen heel beeldende muziek die soms even iets heeft van de jonge Stravinsky. Nieuw van Höller anno 2018 is een voor Tabea Zimmermann geschreven Altvioolconcert.