CD Recensies

HOWELLS: LAMBERT'S CLAVICHORD; HOWELLS' CLAVICHORD

Howells: Lambert’s clavichord op. 41, HH. 165 nr. 1-12; Howells' clavichord  band 1 en 2 HH. 237 nr. 1-20. Julian Perkins. Prima Facie PFCD 065/6 (2 cd’s, 1u. 27’26”). 2016

 

De Britse componist Herbert Howells (1892-1983) werd vooral bekend met zijn koorwerken en orgelcomposities, hoewel hij ook twee Pianoconcerten en wat kamermuziek schreef. Dat hij in de twintigste eeuw een groot aantal werken voor het in onbruik geraakte clavichord schreef, is te verklaren door zijn grote liefde voor Tudor music uit de periode uit de late zestiende en de begin zeventiende tod in het algemeen en het Fitzwilliam virginaalboek van Francis Tregian in het bijzonder.

Bedenk verder dat Engeland ook nog bekwame clavichord bouwers als  Karin Richter, Peter Bavington en Herbert Lambert kent. Zeker in het naar deze laatste genaamde Lambert’s clavichord (1927) is daarop voortgeborduurd en veel werken daaruit zijn opgedragen aan collega musici en vrienden met pastiche titels als Fellowes’ delight, Finzi’s rest, De la Mare  pavane, My lord Sandwich’s dreame, Sir Hugh’s galliard en Wortham’s grounde

Howells eigen stem komt meer naar voren in de beide bundels Howells clavichord uit 1941 en 1961. Daarin eert hij vooral componisten en uitvoerende musici als dirigent Adrian Boult (Boult’s brangill), klavecinist George Malcolm (Malcolm’s vision) plus de bekende klavecimbelbouwer Thomas Goff (Goff’s fireside).

Pianist John McCabe (Hyperion CDH 5515-2) heeft deze werken in 1993 op een moderne concertvleugel uitgevoerd en Julian Perkins keerde, het gelijk aan zijn kant hebbend, terug naar een mooi klinkend clavichord. Beide musici onderstrepen in hun verklankingen vooral de lyrische kwaliteiten van de muziek, beiden doen de componist recht, dus het is onmogelijk een uitgesproken voorkeur uit te spreken, al is Perkins strikt genomen in het voordeel.