CD Recensies

HOLZBAUER: TOD DER DIDO

Holzbauer: Tod der Dido. Sandrine Piau (s., Dido), Carmen Fuggiss (s., Selene), Markus Schäfer (t., Osmida) en Thomas Mohr (t., Jarbas) met leden van het Stuttgarts kamerkoor en het Barokorkest Stuttgart o.l.v. Frieder Bernius. Carus 83.280 (53’12”). 1997

 

In 1779 werd in Mannheim de eenakter La Morte di Didone, later herzien als Singspiel Tod der Dido, van Ignaz Holzbauer (1711-1783) op libretto van Metastasio’s Didone abbandonato voor het eerst opgevoerd. Het was zijn voorlaatste werk in dit genre een het getuigt van een fijnzinnig gebruik van tekst en melodie. Hij was een van de componisten van de Mannheimse school en voelde zich goed thuis in de Sturm und Drang wereld, vandaar waarschijnlijk.

Binnen 54 minuten voltrekt het drama zich in 16 aria’s, duetten en ensembles en het is aan Frieder Bernius te danken dat hij de opera tijdens het Schwetzingen Festival eenmalig opvoerde in 1997. De SWR maakte daar gelukkig een opname van en die is nu eindelijk beschikbaar op cd.

Opvallend is natuurlijk dat het bij Holzbauer om een heel andere scène met andere personen gaat dan in Purcells Dido and Aeneas. Zijn werk vertoont qua handeling meer verwantschap met de ook voor Stuttgart geschreven opera Didone abbandonata van Jomelli uit dezelfde tijd (Bernius, Orfeo C 381-953 F), waarin we ook Selene, de maankoningin tegenkomen.

Gelukkig zijn de rollen uitstekend bezet. Opvallend is wel dat het om twee sopranen en twee tenoren gaat. Gelukkig onderscheiden hun stemmen zich voldoende van elkaar. 

Er wordt mooi en intelligent gezongen zoals door Carmen Fuggiss in ‘Du liebst mein Herz’ en Dido in ’So täuscht mein Herz die Liebe’ en ‘Ist so viel Feigheit denn in meine Seele’.

Kortom, dit is een uitgave waarop Carus trots kan zijn want hij vult een leemte in het repertoire.