Haas, P.: Liederen op. 18 nr. 1-7; Fata morgana op. 6; Chinese liederen op. 4 nr. 1-3; Liederen op Chinese poëzie nr. 1-4. Anita Watson (s), Anna Starushkevych (ms), Nicky Spence (t), James Platt (bs), Lada Valesová (p) en het Navarra kwartet. Resonus RES 10183 (69’29”). 2016

De in 1899 geboren veelbelovende Tsjechisch-Joodse Pavel Haas, die nog heeft gestudeerd bij Janáček, behoorde tot de componisten die tegen het eind van W.O. II in een concentratiekamp omkwamen.

De pianiste en musicologe Lada Valesová zocht het materiaal voor deze cd uit en zorgde voor een stel heel goede musici om dat te realiseren.

Er zit veel met een Chinees tintje in dit recital. De drie Chinese liederen voor alt en piano zijn uit 1921, ze worden heel fraai gezongen door Anna Starushkevych en zijn duidelijk te horen uit een gelukkiger tijd dan de Liederen op Chinese poëzie die in 1944 werden geschreven maar moesten wachten tot 1992 voordat ze werden gepubliceerd en algemeen toegankelijk waren. Misschien mede door hun late ontstaan onder moeilijke omstandigheden krijgen ze iets extra treffends dat heel mooi is uitgedrukt door James Platt.

De zeven liederen in volksstijl op tekst van Čelakovský zijn uit 1940, maar werden pas in 1994 gepubliceerd en ze zijn in goede handen(stembanden) bij Anita Watson.

Fata Morgana op broeierige tekst van Tagore is uit 1923 en is hier het vroegste en eigenlijk belangrijkste, maar ook onbekendste werk, geschreven voor tenor en pianokwintet; het wordt met veel passie door Nicky Spence ende vijf instrumentalisten voorgedragen.

Kwesties van idiomatische tekstvoordracht en tempi buiten beschouwing latend, is dit een belangrijke uitgave die een breder licht werpt op Haas.