Holst: The sun rising through the mist. Eastern pictures nr. 1 en 2; Choral hymns from the Rig Veda op. 16/2 en 3; Dirge and hymeneal; Partsongs op. 44 nr.1-7, H.162. Anaïs Gaudemard (hrp), Nicolas Jouve (p) met Calliope o.l.v. Régine Théodoresco. Ligia LIDI 0202267 (54’42”). 2013
Soms ontdekt men bij puur toeval een cd juweeltje. Dat was zeker hier het geval. Veel van Holsts werken, vooral die met een Afrikaanse en Aziatische inslag hebben alleen al daardoor een fascinerende inslag. Dat blijkt eens temeer uit sommige van de hier vastgelegde werken uit de periode 1910 tot 1926.
Veel van zijn composities werden geschreven met de zekerheid dat ze waarschijnlijk nooit professioneel zouden worden uitgevoerd. Dat was een van de redenen waarom hij ze schreef voor amateurs en kinderkoren waarmee hij te maken had als muziekleraar aan de James Allen’s meisjesschool in Dulwich en de St. Pauls meisjesschool in Londen.
In dat kader passen de beide bundels Choral hymns uit de Rig Veda voor vrouwenkoor die een prachtige aanvulling zijn van de vrouwenkoren van Brahms en ‘Laudi alla vergine’ uit Verdi’s Quattro pezzi sacri. Het was onder de invloed van zijn theosofische stiefmoeder dat de componist zich bezighield met de Vedische hymnen in de jaren 1910-1912. Hij vond de Engelse vertalingen daarvan zo slecht, dat hij voor een betere vertaling lessen Sanskriet nam.
Hier zijn het echter Fransen die voor heel toegewijde en zorgvuldige, niet te zwaar aangezette vertolkingen zorgen.