Haydn: Strijkkwartetten nr. 25 in C op. 20/2 H. III/2, 26 in g op. 20/3 H. III 33 en 23 in f op. 20/5, H. III/35. Dudok kwartet. Resonus RES 10248 (68’21”). 2019

Met zijn zes ‘Zon’ kwartetten op. 20 uit 1772 bracht Haydn de vorm van dit genre tot volle wasdom omdat alle vier de instrumenten een volkomen gelijkwaardige rol spelen en de cello zelfs incidenteel een hoofdrol speelt en het materiaal vrij complex is in ritmisch en harmonisch opzicht en door de manier waarop het is verwerkt.

Er zitten ook duistere kanten aan de muziek; er is veel aandacht voor het contrapunt en de finales zijn dikwijls in fugavorm. Maar de werken tonen ook een grote verscheidenheid aan sfeer. Zo heeft nr. 2 een heel rijp langzaam deel en straalt nr. 23 een melancholische sfeer uit.

Als eerste deel van een volledige opname zocht het Dudok kwartet van Judith van Driel en Marleen Wester (v), Marie-Louise de Jong (va) en David Faber (vc) drie van deze werken uit, waarbij niet werd gekozen voor een chronologische volgorde.

Zij volgen hiermee de weg die vele andere kwartetten zoals het Kodály kwartet (Naxos 8.550702), het ‘authentieke’ Quatuor mosaïques (Astrée E 8784), het Chiaroscuro kwartet (BIS SACD 2158 en 2168), het Doric kwartet (Chandos 10831) eerder insloegen.

Daarbij onderscheidt het Dudok kwartet zich positief door een flexibele aanpak en de nodige verfijning en gevoeligheid. Hooguit het Quatuor mosaïques treft een nog wat diepere snaar.