Hellendaal: ‘Cambridge’ sonates nr. 1 in A, 2 in A, 3 in d, 4 in D, 5 in C, 6 in D. Johannes Pramsohler (v), Gulrim Choi (vc) en Philippe Grisvard (kl). Audax ADX 13720 (68’11”). 2019
Pieter Hellendaal (1721 - 1799) was een Nederlandse ster violist, componist en organist uit Rotterdam, die na organist te zijn geweest van de Utrechtse Nicolaikerk op dertigjarige leeftijd naar het Engelse Cambridge emigreerde waar hij de rest van de 48 jaar tot zijn dood in 1799 doorbracht. Hij behoorde tot de belangrijkste achttiende eeuwse Nederlandse componisten en o.a. net als Geminiani en Veracini in Londen optrad als violist optrad tijdens de pauzes in Händels opera’s.
De in 1980 in Zuid-Tirol geboren barokviolist Johannes Pramsohler is een pionier in het opsporen van vergeten componisten en hun werken. Hij vestigde al de aandacht op Ristori, Meister, Mondonville, Pisendel, Fasch en Krebs en haalde nu het manuscript van Hellendaals elf ‘Cambridge’ sonates onder het stof van het Fitzwilliam museum in Cambridge vandaan. Zes daarvan stelt hij hier voor.
De werken staan duidelijk in de traditie van Corelli, maar getuigen ook van de melodische inventiviteit van Tartini en de virtuositeit van Locatelli’s cadensen.
Pramsohler en zijn beide b.c. maten brengen dat alles op best heel mooie wijze naar voren. Misschien is het nuttig erop te wijzen, dat Antoinette Lohmann met Furor Musicus in 2017 al de nrs. 7 en 10 opnam (Globe GLO 5271).