Haydn: Strijkkwartetten nr. 32 in C op. 20/2, H.III/32, 33 in g op. 20/3, H. III/33 en 35 in f op. 20/5, H.III/32. Dudok kwartet. Resonus RES 10248 (68’21”). 2019
Hoewel de 6 Zonkwartetten van Haydn uit 1772 in feite de vijfde bundel strijkkwartetten van deze componist zijn, vestigden ze zijn reputatie ‘de vader’ van het strijkkwartet te zijn. Ze waren een nieuwe mijlpaal in het genre. Vanuit huidig perspectief bezien waren dit de eerste meesterwerken uit het genre. De naam Zonkwartetten hebben ze te danken aan de de illustratie op het omslag van de door Hummel verzorgde uitgave.
Binnen de groep vinden we een grote verscheidenheid aan vormen, techniek, expressie en design. Onder invloed van de Sturm und Drang beweging bezitten ze ook al een haast vroegromantische flair en grilligheid. Met fuga’s en andere meerstemmige technieken bieden ze boeiende conversaties voor de vier strijkers.
Het Dudok kwartet van Judith van Driel en Marleen Wester (v), Marie-Louise de Jong (v) en David Faber (vc) maakte een begin met de opname van dit zestal en waarschijnlijk maakten ze gebruik van de Artaria uitgave waarover Haydn in 1801 de supervisie had. In hun interpretatie wordt de muziek pittig en niet te streng aangepakt, maar zijn de expressiemogelijkheden goed benut zonder dat dit met scherpe randjes gepaard gaat. De langzame delen klinken mooi zangerig en over de klankschoonheid hoeft niemand zich zorgen te maken. Ik zie nu al verlangend uit naar de tweede aflevering met nr. 4 als verwacht hoogtepunt van de reeks.
Er is wel geduchte concurrentie van het Quatuor mosaïques met darmsnaren (Astrée E 8784) uit 1990, het Hagen kwartet (DG 439.920-2) uit 1993 en het Leipzigs kwartet (MDG 307-1925-2) uit 2015.