CD Recensies

HAYDN: CELLOCONCERTEN NR. 1 EN 2, CLEIN

Haydn: Celloconcerten nr. 1 in C H. VIIB/1 en 2 in D H. VIIB/2. ; Adagio cantabile uit Symfonie nr. 13 H. I/13. Natalie Clein met het Groot orkest Graz o.l.v. Michael Hofstetter. Oehms OC 1895 (56’53”). 2019

Toen Haydn aan het hof van Esterházy arriveerde, trof hij daar een orkest van getalenteerde musici aan die genoeg hadden van hun vorige kapelmeester. Haydn trachtte hen voor zich te winnen met een reeks briljante concerten, waarvan er helaas veel verloren zijn gegaan.

Celloconcert nr. 1 in C was er een van; het werd pas in 1961 ontdekt in het Nationaal museum in Praag.

Een grote ontdekking, want het is een van de mooiste Celloconcerten. Het eerste deel met zijn krijgshaftige, strakke ritme is barok van stijl, de serene, langzame cantilene uit het langzame deel toont Haydn als operacomponist en bij de finale zitten we in de tijd van de klassieke symfonie.

Deze atletische ontwikkeling stelt hoge eisen aan de cellist, maar dat alles in dienst van de muziek die bruist van opwinding en energie. Als Josef Weigl voor wie dit concert is geschreven, een begenadigd musicus was, dan was Anton Kraft, aan wie het Celloconcert nr. 2 is opgedragen, dat zeker ook.

Het is beslist geen leeg spektakelstuk, maar een zonnig en weids werk met melodieën die de luisteraar direct raken. Het solide, elegante eerste deel is gelardeerd met melodielijnen en het weemoedige adagio vraagt een weelderige lyriek van de solist. Het vrolijke rondo van de finale dient ondanks de hindernissen voor de solist snel te worden gespeeld.

Beide werken kunnen veel interpretaties verdragen, maar de zware stok en metalen snaren kunnen wat afbreuk doen aan de krommen die zijn bedoeld. Vaak worden daar dan haken en hoeken toegevoegd met latere instrumenten. Niemand buiten Christophe Coin en Christopher Hogwood toonden dat aan (Oiseau Lyre 414.615-2). Maar ook Natalie Clein met haar moeiteloze virtuositeit en Michael Hofstetter tonen met transparante texturen en een gevoel voor continuïteit moeiteloos aan dat deze muziek is  doordrenkt van gelukzaligheid. De werken klinken spontaan, elegant, rijk en kleurig.

Aardig is de toevoeging van het adagio cantabile uit de Symfonie nr. 13 met zijn elegische cellosolo.