CD Recensies

HAYDN: SYMFONIEËN NR. 28, 43, 63, DANTONE

Haydn: Symfonieën nr. 63 in C H. 1/63 La Roxolana, 43 in Es H, I/43 Mercurius en 28 in A H. I/28; Bartók: Roemeense volksdansen nr. 1-7 Sz. 68, BB. 76; Anon.: Sonata jucunda. Il giardino armonico o.l.v. Giovanni Antonini. Alpha ALPHA 682 (76’43”). 
 
In 2032 zal worden herdacht dat Haydn driehonderd jaar geleden werd geboren. Het CD label Alpha anticipeert daarop door nu reeds de serie Haydn 2032 in omloop te brengen. Daarin worden werken van Haydn gecombineerd met (naar nu lijkt) werken van nogal willekeurig gekozen andere componisten. Dit is aflevering nr. 8. Veel systeem is in de keuze van de Symfonieën en de aanvullende werken niet te ontzeggen, maar dat zorgt juist voor aangename verrassingen.
Goede Haydnkenners zullen meteen horen dat de Symfonie nr. 63 in het eerste deel materiaal bevat uit de ouverture van de opera Il mondo della luna en in het tweede uit toneelmuziek bij Soliman der zweite. Dat zal wel onder tijddruk zijn gebeurd.
In Symfonie nr. 43 wreekt zich enigszins de overigens lofwaardige uitvoering op ‘oude instrumenten, want het werk begint met telkens een wat luide bons in elk herhaald forte van de violen maar wordt verder net als de rest heel mooi gespeeld. Symfonie nr. 28 valt vooral opnieuw op door het vermoedelijke gebruik van dartele toneelmuziek. In het langzame deel zijn marsritmen doorgedrongen en het menuet is heel markant.
Bartók is een onverwachte disgenoot maar zijn Roemeense volksdansen passen wel op de eenmaal ingeslagen Balkanroute die hier van Eisenstadt via Esterháza, Kroměříž en Transsylvanië helemaal naar Constantinopel voert. Om een extra authentiek tintje aan de Bartók uitvoering te geven, speelt Antonini hier zelf op een chalumeau in de eerste dans en dwarsfluit in de derde.
De anonieme Sonata jucunda voor twee violen, drie altviolen en b.c. plaatst ons voor een raadsel, maar past wel goed in het kader van dit programma. Het is een werk in de traditie van boeren Hanák muziek uit Moravië waarin het is toegestaan om onzuiver te spelen. Er is wel geopperd dat deze sonate van Biber is.
Omdat de afgelopen vijftig jaar heel wat cd’s zijn verschenen in ‘historisch geïnformeerde’ vertolkingen is al vaker opgemerkt dat Haydns symfonische werken daar bij uitzondering nogal in ontbreken, afgezien van goede pogingen van o.a. Frans Brüggen, Roy Goodman en Christopher Hogwood. Daarom is het goed dat Dantone met een vrij klein ensemble diens muziek eens met smaak en een vrij lichte toets precies en helder laat horen op instrumenten die Haydn zelf kende.