Hahn: L’île du rêve. Hélène Guilmette (s., Mahénu), Cyrille Dubois (t., Georges de Kerven, Loti), Anaîk Morel (ms, Oréna), Sartavazd Sarfsyan (t., Tsen Lee, eerste officier), Ludivine Gombert (s., Téria, Faïmana), Thomas Dolié (spr., Tairapa, Henri, tweede officier) met het koor Concert spirituel en het Münchens Omroeporkest o.l.v. Hervé Niquet. Palazzetto Bru Zane BZ 1042 (60’39”). 2020
Reynaldo Hahn schreef zijn vroege, korte, slechts een uur durende opera in drie aktes L’île du rêve in de jaren 1891/3 op basis van een novelle van Pierre Loti, de nom de plume van een Franse marineofficier, reiziger en schrijver die veel in het Verre Oosten vertoefde. Dat onbekende gebied had rond de eeuwwisseling 1800/1900 een grote belangstelling in het Westen en die is goed terug te vinden in destijds geschreven boeken, schilderijen, toneelstukken en muziekwerken.
De jonge Hahn (1874 - 1947) toonde zich ook geboeid door dat wereldje en de handeling van zijn opera gaat over een eenvoudige Polynesische idylle over de trouwpartij van de veelbereisde Loti met prinses Mahénu. Maar die ondervond grote hinderpalen, niet alleen omdat er een tweede minnaar in de persoon van de Chinese Tsen-Lee was, maar ook - en serieuzer - omdat ze het eiland niet mag verlaten met haar man zonder een betovering te verbreken. Daarom gaan de gelieven zonder afscheid te nemen weer uiteen. De muziek die Hahn hierbij schreef, heeft meer van Debussy dan van Massenet of Puccini, zoals blijkt uit de inleidende muziek voor het magische eiland, het duet aan het einde van de eerste akte en het voorspel en koor van de derde akte.
Andere opnamen van dit werk lijken niet te bestaan, dus we moeten gelukkig zijn met deze heel mooie met zeer goede zangers en een begripvolle dirigent.