CD Recensies

HAYDN: STRIJKKWARTETTEN NR. 31-36 EN 75-80

Haydn: Strijkkwartetten nr. 31 in E op. 20/1, H.III/31, 32 in C op. 20/2, H.III/32 en 33 op. 20/3, H.III/33 ‘Zonnekwartetten’. Chiaroscuro kwartet. BIS SACD 2158 (74’34”). 2015
 
Haydn: Strijkkwartetten nr. 34 in D op. 20/4, H. III/34, 35 in f op. 20.5, H. III/35 en in A op. 20/6, H.III/36 ‘Zonnekwartetten’. Chiaroscuro kwartet. BIS SACD 2168 (75’08”). 2015
 
Haydn: Strijkkwartetten nr. 75 in G op. 76.1, H. III.75, in d op. 76/2, H. III.76 ‘Kwinten kwartet’ en in C op. 76/3, H. III/76 ‘Keizerkwartet’. Chiaroscuro kwartet BIS SACD 2348 (70’54”). 2017
 
Haydn: Strijkkwartetten nr. 78 in Bes op. 76/4, H. III/78, in D op. 76/5, H.III/79 ‘Erdody kwartet’ en 80 in Es op. 76/6, H.III/80 ‘Erdody’ kwartet. BIS SACD 2358 (59’34”). 2018
 
In zijn 6 Strijkkwartetten op. 20 doet Haydn onverwachte dingen. Hij stoeit met fraselengtes, harmonieën en hierarchiën, of beter gezegd: hij vestigt een nieuwe standaard met het soort durf en visie waarmee iedere latere componist rekening moest houden. Dat kan een gevaar in zich bergen dat de uitvoerenden dit overdrijven. Maar daarvan is geen sprake bij het internationaal samengestelde Chiaroscuro kwartet dat iedere gradatie zonder overdrijving aanbrengt en een ideale smaak toont. Het spel is intens en verfijnd, de toon vrij licht. Alina Ibragimova leidt met spirituele gratie en een door haar collega’s gevolgde pittige attaque. Ook de wisselende expressie komt niets tekort. 
Haydns reeks van zes Strijkkwartetten op. 76 wordt beschouwd als zijn beste prestatie op dit gebied. Deze vertoont een uitstekende beheersing van het medium in het zestal werken dat niet verschillender had kunnen zijn. Ze zijn extraverter dan de meeste vroegere Strijkkwartetten, maar ze zijn ook experimenteler. Hoewel ze nog steeds ‘menuet’ worden genoemd, worden de derde delen ’scherzo’s’, wisselend van sfeer van het pure drama in nr. 1 tot de stampende boersheid in nr. 2 en 4.
In deze reeks zijn vooral de langzame delen prachtig, rijk geschakeerd, maar ook verrassend eenvoudig. Het thema van het langzame deel van het ‘Keizerkwartet’ geeft aanleiding tot  variaties met een schijnbaar eindeloze vindingrijkheid. Kwartet nr. 5 bevat een verrukkelijk langzaam deel.
Kwartet nr. 4 dankt zijn bijnaam ‘Zonsopgang’ aan de stijgende melodielijn van de eerste viool aan het begin.
Zoals de hele rest wordt ook dit deel met grote toewijding en stilistisch begrip uitgevoerd door het uit Alina Ibragimova en Pablo Hernán Benedí (v), Emilie Hörnlund (va) en Claire Thirion (vc) bestaande Chiaroscura kwartet dat op ‘oude’ instrumenten speelt. Het viertal toont ook Haydns gevoel voor humor in de opera buffa-achtige finale van nr. 5. Het Chiaroscuro kwartet kent het geheim van deze werken en toont zich ontvankelijk voor elke subtiele stemmingswisseling, om het even of het de grilligheid van de finale van nr. 2 of de de mix van majeur en mineur in het vlammende laatste deel van nr. 1 betreft. 
De belangrijkste concurrentie komt van het eveneens op darmsnaren spelende Quatuor Mosaïques (op. 20 op Astrée E 8784 en op. 76 op Astrée E 8665).