CD Recensies

HAYDN: ISOLA DISABILITATA, L'

Haydn: Isola disabilitata, L’. H. XXVIIII/9. Annett Fritsch (s., Costanza), André Morsch (b., Enrico), Sunhae Im (s., Silvia), Krystian Adam (t., Gernando) met de Akademie für alte Musik, Berlijn o.l.v. Bernhard Forck. Pentatone PTC 5186.275 (
 
De opera’s van Haydn worden vaak wat gebrekkig gevonden omdat ze een gebrek aan vormbeheersing en psychologisch inzicht mankeren. Maar L’isola disabilita uit 17791779 vormt een uitzondering op die regel. Geschreven voor vier solisten is het in wezen een knappe Verlichting parabel over de relatie tussen de natuurlijke instincten van de mensheid en de reactie daarop van de gemeenschap.
Twee zussen, Costanza en Silvia leven op een verder onbewoond eiland waar ze jaren gelden werden achtergelaten door Costanza’s echtgenoot Gernando. Costanza blijft achtervolgd door herinneringen aan de Europese maatschappij, maar Sylvia, die als baby op het eiland belandde, heeft daar geen herinnering aan en groeide op als een impulsief natuurkind.
Wanneer Gernando als oorlogsslachtoffer op zoek naar Costanza terugkeert naar het eiland met hij met Costanza een stel misverstanden uit de weg ruimen, terwijl Sylvia, die nog nooit een man heeft gezien, zich aangetrokken voelt tot Gernando’s heel slimme en handige handlanger Enrico.
Van de felle Sturm und Drang ouverture in g tot het kostelijke slotkwartet is dit met heel wat begeleide recitatieven en een weelderig bloeiende inventiviteit een leuk gegeven, dat aardig door Haydn is uitgewerkt ook al mag men geen duidelijke karaktertekening verwachten. Dat maakt het de uitvoerenden wat makkelijker, want nu kunnen ze zich concentreren op mooi zingen. Elk van die vier krijgt momenten om te schitteren, niemand domineert.
Annett Fritsch als Costanza en Krystian Adam als Gernando hebben de zwaarste opgave en krijgen de beste muziek, André Morsch als Enrico en Sunhae Im als Silvia hebben het eenvoudiger maar met een zekere erotiek zingen ze op mooie muziek. De vocale prestaties zijn over de hele linie goed.
Dirigent Bernhard Forck kiest goede tempi en zorgt zonder overdrijving voor momentum. Het eerder genoemde slotkwartet bevat mooie soli voor viool, cello, fluit en fagot.
Zo is gezorgd voor een mooi ‘authentiek’ alternatief van de opname van Antal Dorati (Philips 432.427-2). Er zijn ook nog een opnamen van Alessandro di  Marchi (Opus 111 OP 30319) en Michi Gaigg (Duitse Harmonia Mundi 886975.7985-2) maar die ken ik niet.