Haas: Liederen. ‘Liederen in volksstijl’ op. 18 nr. 1-7, ‘Fata morgana’ op. 6; ‘Chinese liederen’ op. 4 nr. 1-3, ‘Liederen op Chinese gedichten’ nr. 1-4. Anita Watson (s), Anna Starushkevych (ms), Nicky Spence (t), James Platt (bs), het Navarra kwartet en Lada Valesová (p). Resonus RES 10183 (69’29”). 2015

 

Pavel Haas (1899 – 1944) behoorde tot de groep belangrijke Tsjechische componisten die werd geïnterneerd in Terezin (Theresienstadt) en in de gaskamers werd vermoord. In tegenstelling tot zijn landgenoot Viktor Ullmann die alleen al omdat hij een groot oeuvre componeerde bekend was, kreeg hij minder aandacht. Haas studeerde bij Janaçek wat zijn sporen naliet. Van hem erfde hij ook een zekere melodische hoekigheid en een voorkeur voor rijke harmonieën.

Afgezien van de Tsjechische mezzo Anna Starushkevych en de pianiste Lada Valesová is de uitvoering van dit liederenprogramma in handen van Engelse uitvoerenden. De zeven ‘Liederen in volksstijl’ bestaan uit kostelijke miniaturen die grondig en in alle rust worden afgewikkeld door Anita Watson en Lada Valesová. 

Van de beide groepen liederen op vertaalde Chinese teksten is de reeks uit 1944 bekender dan op. 4. Hier is het vooral James Platt die zich positief onderscheidt, al bevallen Christian Gerhaher en Gerold Huber (DG 477.6546-2) nog net iets beter. 

Het bijzondere van deze Resonus opname is ‘Fata morgana’ een half uur durende cyclus in twee gedeeltenop teksten van Tagore uit 1923. Het werk is een erotisch getinte reeks, geschreven voor tenor, piano en strijkkwartet in de geest van Debussy en Janaçek. Zeer boeiend, fraai en heel effectief gezongen door Nicky Spence, sensueel begeleid door het Navarra kwartet en Lada Valesová.

Haast onverwacht is dit een prachtige bijdrage aan de Pavel Haas discografie.