Händel: Ouverture, Menuet uit Rodelinda HWV. 19 (bew), Ouverture ‘Il pastor fido’ HWV. 8. Ouverture Rinaldo, ‘Lascia ch’io pianga’ HWV. 7 (bew. William Babell), Ouverture ‘Teseo’ HWV. 9, Ouverture Radamisto HWV. 12, Klavecimbelsuites nr. 1-8 HMV. 425-433; Babell: Prélude in F. Francesco Corti. Arcana A 499 (2 cd’s, 2u., 26’48”). 2021

 

Na zijn opname van Bachs ‘Little books’ (Arcana A 480) wijdt Francesco Corti zich nu aan de acht ‘grote’ suites van Händel uit 1720. Ze behoren tot Händels eerste gepubliceerde werken en een bewijs hij een uitstekende klavecimbelvirtuoos was. Ze zijn ook een duidelijk teken dat Händel zich vlot allerlei stijlen en tradities had eigen gemaakt. De grote aantrekkelijkheid van deze Suites schuilt ook in hun melodische en ritmische affiniteit met de wereld van de zang. De verzameling fascineert ook dankzij een geslaagde mélange van Franse, Italiaanse en Duitse elementen die voortdurend verrijkt zijn met opera invloeden, die verre van conventioneel zijn verwerkt.

Al vroeg in hun bestaan circuleerden bewerkingen van zijn opera ouvertures en aria’s, die hij zelf vaak speelde. Het is daarom ook logisch dat Francesco Corti zijn programma op die basis samenstelde, daar dus ook operafragmenten bij haalde en daarin ook een Händelbewerking en een eigen compositie van William Babell (ca. 1690 – 1723) betrok.

Die combinatie maakt deze uitgave aantrekkelijk. Gelukkig voldoet ook de voordracht van Corti aan hoge eisen. Hooguit Richard Egarr (Harmonia Mundi HMU 90.7581/2) overtuigt in de Suites nog wat meer, maar de toevoeging van die bewerkingen pleit ook sterk voor Corti.